1-40-dagentijd-C
Luk.4,1-13
+website-www.bewustchristen.nl-2013-spirituele
overweging-w.boerkamp o.carm.-paars
Zoek je Heil in God en in de zegen van de H.Geest
Bij zijn doopsel zegt God tegen Jezus
en dus ook tegen mezelf: Ik heb jou geschapen,
Je bent een enig kind van Mij, Ik ben op jou,
Ik hou van jou, ik blijf je trouw wat er ook gebeurt.
Pas dan kun je de woestijn van het leven ook aan.
Woestijn als plaats van roeping en beproeving
In de leegte en eenzaamheid van de woestijn
daar vooral kun je God ten diepste ontmoeten,
maar daar wordt je ook op de proef gesteld.
Daar kun je God ontmoeten juist door beproeving heen.
In de woestijn van het leven vindt bij voorkeur
de onderscheiding der geesten plaats.
Dat proces duurt echter levenslang net als bij het Joodse
volk,
dat eerst 40 jaar door de woestijn moet om in het land te
komen.
Wie een lange hongerstaking heeft gehouden
kan voor zijn lichaam overal brood in zien, zelfs in een
steen.
Wie hongert naar psychische macht ziet kans
alles en iedereen naar zijn hand te zetten.
Voor je geestelijke macht kun je zelfs het gevoel krijgen
alsof de duvel er mee speelt en je zelf in verwarring brengt.
Die duivel is niet zo gemakkelijk te onderkennen.
Hij loopt altijd met je mee waar je ook gaat of staat
en het liefst is hij je vooruit en al aanwezig waar je
aankomt.
Je kunt zelfs op je knieën gaan voor die diabolos.
Dan lijkt het of stenen brood worden maar tegelijk besef je,
dat de mens niet leeft van brood alleen (Deut.8,3)
maar ook van geestelijke dingen als levensbeschouwing en
kunst,
spiritualiteit en mystiek, het goede, het ware en het schone.
Wie ben ik als christen, waarvan leef ik en waarvoor?
Wie of wat bezielt mij zelf in deze tijd en wat doe ik daar
aan?
Wat is mijn leven waard tot nu toe
en wat komt er nog terecht van mijn roeping als christen?
Welke zijn de krachten in jezelf en buiten jezelf,
die je proberen af te brengen van je roeping
en van je levensweg die je denkt te moeten gaan?
Als je je geroepen voelt, dan kom je ook beproevingen
en teleurstellingen tegen en dan wordt je ook ontmoedigd op
zijn tijd.
En dan ga je net als Jezus in de woestijn vragen stellen als:
wie ben ik eigenlijk, wie of wat bezielt mij,
waarvan leef ik en waarvoor leef ik eigenlijk,
wie wil ik aanbidden en wie wil ik dienen.
Op wie vertrouw ik uiteindelijk zowel in dit leven
in het hiernumaals, maar ook als ik dood ga en in het
hiernamaals
als er zand over mijn kist wordt gestrooid of als ik het
askruisje ontvang:
Gedenk, O Mens, dat je van stof bent, maar dat je eeuwig zult
leven.
De woestijn is gelukkig ook een plaats waar je bemoedigd wordt
en waar je in retraite nieuwe inspiratie kunt opdoen in de
vastentijd.
Een mens of volk zonder visie gaat te gronde.
Niet alleen een volk maar ook een mens als individuele persoon
loopt de kans te mislukken zonder een visie of visioen.
Alleen langs de weg van beschouwing en contemplatie
kun je zoon of dochter van God worden.
Het heeft iets te maken met beschouwend leven in gebed,
in broederschap en zusterschap en in dienstbaarheid en
solidariteit.
Dat kindschap Gods heeft niets te maken met blinde
machtsuitoefening
Christenen gaan ook voor niets en niemand op de knieën
dan alleen voor God in Jezus, zoals de Driekoningen dat doen.
Alleen God zul je aanbidden en Hem alleen dienen (Deut.6,13)
Christenen zijn niet geroepen om groots en meeslepend te leven
M.a.w. wij willen geen grote en spectaculaire dingen doen,
maar we zijn wel geroepen om de gewone alledaagse
en kleine dingen op een grootse wijze te doen.
Je moet God niet op de proef stellen. (Deut 6,16)
Van oorsprong ben ik en blijf ik een zwerver en vreemdeling
Er bestaan dus geen autochtonen en allochtonen
en illegale mensen bestaan al helemaal niet.
Je leert jezelf kennen in je eigen geschiedenis (Deut.
16,4-10)
Alleen ons geheugen is vaak veel te kort op allerlei
terreinen.
Op zondagmorgen komen wij christenen bij elkaar
om niet te vergeten wie we zijn en waar we vandaan komen
en om te gedenken dat alles je elk moment geschonken wordt
van Godswege. Je hebt maar weinig of niets aan jezelf te
danken.
In de eucharistieviering gaan we recht voor God staan.
Als priesterlijk volk van God dat staat voor zijn gelaat
bieden wij samen met de mistagogische voorganger
de gaven van brood en wijn aan en we zeggen daarmee tot God:
Uiteindelijk komen we allemaal ergens vandaan en we zijn
slechts
nomaden, pelgrims,vreemdelingen en asielzoekers hier op aarde.
Je mag hier wonen maar je blijft te gast en vreemdeling op
deze wereld.
Niettemin zijn we Gods Volk onderweg en ons vaderland is de
hemel.
van waaruit wij uiteindelijk heil en genezing verwachten.
We hebben hier in deze wereld dus geen vaste woonplaats.
Je moet dus zorgen dat je nergens aan vast blijft zitten
en geen slaaf wordt van alles en nog wat.
In die roeping wordt je beproefd gedurende de 40-daagse
vastentijd.
Hopelijk kom je er gelouterd uit te voorschijn.
Als Christen leef je in het bewustzijn van eeuwig leven
en dat je van God bent uitgegaan en naar Hem terugkeert.
Ondertussen mag je hier wonen in de schaduw van God (ps.91) |
|