2-40-Dagentijd-A-1
Matteus 17,1-9
+website- www.bewustchristen.nl -2007-spirituele
overweging-w.boerkamp o.carm.-paars
Je bent in het leven als een pelgrim onderweg.
Ga maar, ga jij maar op weg en trek er maar tussenuit!
Weg uit je eigen land, uit je eigen stam en uit je eigen
familie,
uit je eigen bekrompen wereldje met al die afgoden van
vandaag.
Er is nog meer onder de zon dan al die vormen van bijgeloof.
Zie je al die sterren aan de hemel, tel ze maar als je kunt.
Zo groot zal je (geestelijk) nageslacht worden van mensen,
die jou allemaal zullen volgen in je geloof aan die ENE en
ENIGE.
Dat zegt God vandaag tegen Abraham (Gen.12,1-4a)
Ga maar, mijn zegen heb je en daar is alles aan gelegen.
Jezus herkent zich in deze oervader van ons geloof
Hij is een kind bij uitstek van Abraham, van Mozes en Elia.
We worden vandaag al even ingewijd in het geheim van Pasen.
Het leven is een-op-weg-gaan-met-God
En zo trekt Abraham weg met God aan zijn zijde.
Hij trekt weg vanuit zijn eigen land naar Gods land.
Daarmee legt hij zijn toekomst in Gods hand.
Het is alsof hij breekt met zijn natuurlijk verleden en zegt:
Je leven wordt niet bepaald door je afkomst.
Gaandeweg groeit bij Abraham het besef,
dat een mens niet onderworpen is aan een noodlot.
Nee, er is maar EEN GOD en wees dus maar niet bang.
Hij legt zijn ene hand om je schouder en omvat je met de
andere.
God draagt zijn volk ophanden en dit geloof houdt hem op de
been.
Geloven is dus geen theorie, maar metterdaad een-weg-opgaan.
Bovendien is het een heel bewust kiezen voor
een-gaan-met-God
en een levenloop met God aan je zijde: God-en-ik-zelf,
we hebben iets met elkaar, zoals Abraham dat heeft met Hem.
En zo staat Abraham model voor ieder van ons
als de oervader van ons Katholiek Joods-Christelijk geloven
Mozes en Elia staan als eind-model voor Jezus.
Jezus kent de Wet (Mozes), Profeten (Elia) en Geschriften
Hij is op de hoogte van de vaders en moeders van zijn geloof.
Jezus moet er van gehoord hebben via zijn ouders en in de
tempel,
waarin hij vaak sprak met schriftgeleerden en Farizeeën.
Zo moet hij ook bekend zijn met grote figuren als Moses en
Elia.
Dat waren nog eens berggestalten en woestijnfiguren
aan wie je je kunt optrekken, zoals Hij in feite ook doet.
Dat zijn mensen die met beide been op de grond staan
en die tegelijk hun hoofd in de wolken hebben.
Mensen in wie hemel en aarde elkaar raken.
Hij raakt er helemaal vol van als Hij er over vertelt
aan drie van zijn vrienden, Petrus, Jakobus en Johannes
boven op een hoge berg, waar ze helemaal alleen zijn
en zijn gelaat begint te stralen als de zon.
Het is goed toeven daar boven op die berg Thabor.
Als Hij ooit heeft gevoeld dat God met hem was,
dan is het wel hier en nu boven op die berg.
Toen moet hij ook even hebben gehoord en gezien
en gevoeld waar zijn leven op uit zou lopen.
Zien, soms even via een topervaring in je leven
Zo´n ervaring is voor ons ook best herkenbaar als model.
Een moment dat je heel scherp ziet wat er met jezelf aan de
hand is.
Je ziet dan even heel duidelijk wie je zelf bent,
waar je aan toe bent of waar je leven op uitloopt.
Als een leerling en pelgrim wordt je even ingewijd in het
leven.
Het kan je plotseling overkomen als een moment van genade.
Je voelt je bevestigd in je bestaan en je kunt weer vooruit.
Tijdens zo’n moment kunnen bepaalde mensen een zegen voor je
zijn.
Pas achteraf als je de berg weer af bent kun je zeggen:
door hem of door haar ben ik toen op de been gebleven.
Het is alsof je even op de top van de Mont Blanc bent
geweest.
Even mag je in alle helderheid van boven af zien, welke weg
je helemaal hebt afgelegd en waar je nog door heen moet.
Je kunt er van gaan blozen alsof je in de zevende hemel bent
en je ziet het weer helemaal zitten in je leven.
Toch geeft het altijd weer een beetje een tweeslachtig
gevoel.
Van de ene kant fascineert je dat inzicht, dat gevoel en die
inzet,
maar van de andere kant is het ook vreeswekkend en jaagt
het ook angst aan, want je voelt jezelf in het volle licht
staan
en je ziet de volle waarheid omtrent jezelf.
Er kan zelfs een zware rilling door je heen gaan,
voordat je de berg weer af moet het volle leven in.
De verheerlijking op de top van de berg in je leven.
Jezus wordt voor hun ogen van gedaante veranderd.
Als de weg lang en eenzaam wordt slaan wij onze ogen
op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen.(IITim.1,8b-10)
Die komt van boven op de berg waar hemel en aarde elkaar
raken
en van twee gestalten uit het hooggebergte van de Geest:
waar het doodstil is en in het waaien van een zachte koelte.
In die twee lichtende voorbeelden ervaart Jezus Gods
nabijheid.
Zij verschijnen Hem terwijl hij sterk naar hen verlangt en
bidt.
Ze voeren als het ware een geestelijk gesprek Hem in zijn
binnenste.
Van de wieg tot het graf krijgt Hij zo geestelijke
begeleiding,
totdat Hij door de adem van God ten hemel wordt gevaren
en bij zijn dood voorgoed wordt opgeborgen in zijn God.
In zo’n visioen en topervaring staat de tijd stil en je
blijft er in.
Het is al even Pasen en je voelt je al voorgoed
kind-van-God.
Pas gaandeweg je leven zal worden onthult wat dat betekent.
Tot zolang is het beter te zwijgen en moet je nog alleen
gaan.
|
|