20-door het jaar-A
Mat.15, 21-28
+ website:
www.bewustchristen.nl
-2008-spirituele overweging-w.boerkamp o.carm.-groen
Een huis van gebed voor alle volken
Er zijn mensen die er volgens ons in eerste instantie niet
bij horen.
Bij nader inzien willeen zij zich toch bij ons christenen
aansluiten.
Zij vereren de naam van God met liefde en willen dienaren
van God zijn.
Zij willen de-zondag-en-zo onderhouden en niet onteren.
Zij willen trouw blijven aan Gods verbond met ons mensen.
Welnu, al die mensen brengt God bijeen op zijn heilige berg.
Hij geeft hen vreugde in huis van gebed voor allen.
Dat is de roeping van alle zg. heidenen ter wereld.
De vasthoudendheid van de Kananese vrouw met een groot
geloof
doet Jezus vandaag van mening veranderen: de aanhouder wint.
Trouwens, kan een moeder haar (ziek) kind vergeten?
Het gaat om een buitenlandse vrouw uit Kana, die roept:
Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David!
Mijn dochter is van een duivel bezeten
en wordt verschrikkelijk gekweld.
Eerst geeft Jezus in het evangelie niet eens antwoord.
Ach, het is toch maar een buitenlandse lastpot,
die je beter weg kunt sturen.
Dat herkennen wij al gauw als iemand niet bij ons hoort,
van afkomst geen Nederlander is
of die niet tot de huisgenoten van het geloof hoort.
Daarna geeft Jezus eerst een ontwijkend antwoord.
Hij voelt zich in eerste instantie alleen maar aangesteld
voor mensen van eigen volk Israël die verloren lopen.
Ook dat herkennen wij maar al te gauw:
Eigen volk eerst als het om opvang gaat.
Het derde antwoord daarna bevreemdt ons
en lijkt de leerlingen en ons zelf gelijk te geven:
Wat voor kinderen is bestemd geef je toch niet aan de honden.
De buitenlandse vrouw speelt daar handig op in en zegt:
Honden eten immers de kruimels van de tafel van hun meesters.
Ze weet niet van ophouden en gaat door het stof.
Dan geeft Jezus als vierde antwoord:
Vrouw, Groot is uw vertrouwen, moge het u vergaan zoals u
wenst.
Het onverwoestbaar vertrouwen van die vrouw doet Jezus
langzaam gaandeweg het verhaal van mening veranderen:
eerst geen antwoord, dan beroept Hij zich op zijn beperkte
zending
en tenslotte geeft Hij zich gewonnen.
Hier zie je een staaltje van dat de aanhouder wint.
De bedoeling van dit verhaal is duidelijk.
De zending van Jezus is universeel
Dat geldt dus ook voor de zending van alle christenen na
Hem.
Eerst geeft hij de vrouw een beetje hoop door te zeggen,
dat Hij gekomen is om te zoeken naar wat verloren is.
Ook al is dat in eerste instantie voor de verlorenen van
Israël.
Dat geeft tegelijkertijd ruimte aan zijn leerlingen
om ook van mening te veranderen.
Ook die moeten tot een andere overtuiging komen net als Hij
zelf.
Zijn eerste volgelingen zijn immers joodse leerlingen,
die nog veel moeten leren.
Dat geldt ook voor Paulus, die oorspronkelijk van Joodse
afkomst is,
Hij wordt bij uitstek de apostel van de heidenen genoemd,
die volgens hem bij God ontferming hebben gevonden.
Hij wil zijn eigen Joodse volk tot naijver prikkelen
om er zo althans enigen van redden. (Rom 11,13-15.29-32)
Een kerk die uitsluit is niet ware kerk, zouden wij ook
zeggen.
Jezus wil juist bij al die verlorenen aan tafel zitten.
Christenen helpen ook hen die niet tot het huis van Israël
horen.
Alle mensen die het recht onderhouden en die doen wat
rechtvaardig is,
die brengen het heil van God aan het licht
en die zijn een openbaring van Gods rechtvaardigheid.
Vreemdelingen onder ons die God dienen, zoals b.v. Moslims
en die de Godsnaam met liefde vereren en die dienaar van God
willen zijn,
en die de dag van God onderhouden en trouw blijven aan het
verbond,
die laat ik allemaal naar mijn heilige berg komen,
zegt God in de eerste lezing. (Jes. 56,1.6-7)
Een Huis van gebed voor alle volken, zo heet mijn huis
Ons eigen geloof mag je dus niet beperken
tot de huisgenoten van het geloof.
Ook “vreemdelingen” genieten de liefde
van de ene Vader van alle mensen.
Alle mensen zijn uitverkorenen van een en de zelfde God
Zoals Israël, zijn ook wij als christenen uitverkoren door
God.
Dat mag echter niet exclusief werken, maar juist inclusief.
Uitverkiezing van de een impliceert in de ogen van God niet
verwerping van de ander.
Integendeel, uitverkiezing schept een bijzondere
verplichting,
zoals delen met anderen en grenzen tussen mensen doorbreken,
hart hebben voor het geloof van de ander.
Vertrouwen hebben in de ander, zoals die Kananese vrouw
die van buiten komt, in plaats van strijden om eigen gelijk.
Alleen dat vertrouwen in de ander kan ons samen hechten in
God .
Zonder dat vertrouwen is het onmogelijk God te behagen.
Moge God ook ons bekleden met het schild van het vertrouwen.
en geef dat al de volken U eren, God. (ps.67)
|
|