HEB VERTROUWEN IN HET (EEUWIG) LEVEN

Pastor W. Boerkamp O Carm

 

13-Door het jaar-B
Marcus 5,21-43
+website: www.bewustchristen.nl -2009-spirituele overweging-w.boerkamp o.carm.-groen



Twee vrouwen die staan symbool voor leven geven
Het evangelie bestaat vandaag uit twee verhalen,
die in elkaar zijn geweven en tegen elkaar zijn aangeplakt.
Het gaat om het volle vertrouwen in het toekomstig leven (=12-jarig meisje)
ondanks de volheid van ziekte en dood (=bloedvloeiende vrouw)
En daartussen de volheid van vertrouwen in genezing.
Als eerste de 12-jarige dochtertje van Jairus, dat pas begint te menstrueren
en dat nog niet volop kan leven en dreigt te sterven zonder toekomst.
En daartegenover die rijpe bloedvloeiende vrouw,
die al twaalf jaar ziek is en die niet meer voluit kan leven.
Daartussen staat Jezus voor leven geven aan mensen.

Beide vrouwen zonder eigen naam staan symbool
In het evangelie heeft het kind zelf geen eigen roepnaam,
want het draagt de naam van alle kinderen en jongeren door de eeuwen heen,
die voor hun tijd moesten sterven door honger, dorst, ziekte, oorlog en geweld.
Haar vader heeft slechts een bijnaam gekregen vanwege zijn groot geloof.
Zijn naam Jairus betekent: God kijkt naar hem.
God kijkt naar alle mensen die in zo’n moeilijke
levensbedreigende situatie verkeren als Jairus
en Hij heeft ze voortdurend op het oog.
Jezus gaat immers mee met Jairus ook al wordt hij
onderweg opgehouden door die vrouw uit de menigte.
Ook die vrouw is iemand die gelooft,
dat God voortdurend kijkt naar mensen in nood.
Zij lijdt al even lang als de kleine dochter leeft.
Eigenlijk heeft ze al 12 jaar cel achter de rug,
want in die lange tijd mocht niemand haar aanraken,
omdat ze zogenaamd onrein zou zijn.
Je kent dat gevoel dat iedereen je mijdt, zoals nu met de ziekte
Aids mensen je soms helemaal niet eens meer aan (durven) kijken.
Haar vertrouwen in het leven is na 12 jaar ziekte niet stuk te krijgen.
Als ik maar de kleren van Jezus aanraak, zal ik beter zijn, denkt ze.

Het leven en de ziel van de mens zit in ons bloed.
Als je bloed verliest voel je dat het leven uit je weg stroomt.
Op het moment dat de vrouw slechts de zoom van Jezus kleed
van achteren aanraakt stopt het bloeden en krijgt zij nieuw leven.
Ook zij heeft vandaag geen eigen naam,
omdat ze daar staat voor alle mensen die in isolement moeten leven,
apart van familie of gezin, door ziekte, ongeluk, huiskleur:
ze staat daar voor allerlei duurzaam verwaarloosde mensen.
Alle mensen die moeten schreeuwen om gezien te worden
door anderen die kunnen helpen.
Zij baant zich een weg door de menigte naar het nieuwe leven,
dat Jezus haar geeft op het moment als ze Hem aanraakt.
Op hetzelfde moment wordt Jezus zelf het verhaal van een levende.
Hij voelt dat er een kracht van Hem uit gaat en dat herkennen wij ook.
Als je mensen helpt die in nood zijn dan voel je pas de kracht,
die er in je zit en die er ook van jou kan uitgaat.
Het is altijd een wisselwerking in de spiritualiteit.
Het vertrouwen en de aanraking van de vrouw
maakt de wonderkracht in Jezus wakker
en het geeft Hem op datzelfde moment ook het vertrouwen,
dat Hij zelfs de (dode?) dochter van Jairus kan genezen.

Meisje, ik zeg u, sta op – en: dochter, uw geloof heeft u genezen
Zo kan het vruchtbare leven van die dochter van Jairus
beginnen en daarom moet ze ook eten.
Ze moet beginnen te eten van de leer van en over Jezus,
die zo het verhaal van een levende en een leven-gevende wordt.
Het wordt tijd dat ze wordt ingewijd in het Geheim
van leven en dood ( bar mitswa) en dat God ons
heeft gemaakt voor het leven en niet voor de dood.
En ook die volwassen vrouw wordt vandaag model van leven voor ons.
Als je zelf probeert in vertrouwen en met de hulp van God
je eigen isolement de doorbreken en als je dan wordt aangeraakt door God.
In beide verhalen staat de kracht van het geloof centraal.
Dochter, je geloof heeft je gered, zegt Jezus tegen de vrouw
en wees niet bang maar blijf vertrouwen, zegt Jezus tegen Jairus.

Vertrouwen is net als bloed een levenwekkende kracht
Wij zijn als die vrouw met vertrouwen,
maar tegelijk ook onzeker ondergedompeld in de menigte.
Wij zijn als dat meisje dat slaapt en bang is om te leven.
Wij zijn als Jairus bezorgd om de nood van een kind.
Jezus daarentegen schenkt ons vertrouwen.
Meer dan wie ook roept Hij vertrouwen in ons wakker.
Vertrouwen moet gewekt te worden en dat kan soms een lange weg betekenen.
Vertrouwen is in princiepe in ieder van ons aanwezig, maar soms diep verborgen.
Het moet worden gewekt en bij de naam genoemd worden.
Die vrouw kon en mocht te midden van die
hele menigte mensen haar hele verhaal vertellen.
Het meisje werd bij de hand gepakt.
Soms moet je iemands hand stevig vast pakken om dit vertrouwen los te weken.
Vertrouwen is een levenwekkende kracht net als bloed.
Het lijkt soms op een sleutel op de poort van de dood.
Alles is geschapen om te leven: Mensen om eeuwig te leven.
Mensen zijn een afspiegeling van Gods eigen Wezen.
( vgl. 1e lezing: Wijsheid 1,13-15;2,23-24)
Jezus is arm geworden opdat wij juist daardoor
rijk zouden worden .(IIKor.8,7.9.13.15)
Bidden wij dat wij in het spoor van Jezus vertrouwen mogen wekken
en dat ons vertrouwen levenslang mag groeien: ons vertrouwen is onze redding.