Jezus neemt de draad van Jesaja weer op,
die veel te lang was blijven liggen.
Kijk eens goed naar een boom die radicaal is omgekapt.
Alleen de wortels zijn er nog als een stomp in de grond.
Alleen onder de grond zit er nog leven in,
maar boven de grond is er niets meer van leven zichtbaar.
Dat beeld van die ogenschijnlijk dode stronk
kan je ook doen denken aan een mens en aan een heel volk.
Ook onze kerk lijkt van buitenaf soms op sterven na dood.
Dat ziet de profeet Jesaja ook met een oude hut:
Acht honderd jaar voor Christus zit hij gevangen in zijn volk
Die dode stronk doet hem denken aan zijn volk in Ballingschap.
Er is in het concentratiekamp zo goed als niets meer over van Gods volk.
Die aanblik geeft hem tegelijk ook een visioen aangaande de toekomst van
zijn volk:
Een twijg zal ontspruiten aan de stronk van Isai, een scheut aan zijn
wortels
zal vruchten dragen. (Jesaja 11,1-10)
Dat is uiteindelijk weer het Joodse volk geworden,
waaruit Jezus uiteindelijk is geboren (=geworden) als de Christus
(=Gezalfde-Messias) Op Hem hebben wij als christenen al onze hoop
gesteld.
In deze hoop worden wij gered.
Wij voelen ons zelf ook wel eens in zo’n uitzichtloze situatie.
Er is geen leven meer te verwachten.
Je voelt je net als die boom, afgezaagd en gekapt.
Je ervaart alleen nog leegte en dood, zonder toekomst.
Uit die dode stronk die je zelf bent kan echter ook nieuw leven groeien.
Zelf zit je midden in die spanning.
Bovendien worden bomen soms ook gesnoeid van dode of zieke takken.
Dat gebeurt in de hoop dat het nieuwe leven weer een de kans krijgt.
In hoeverre geef ik God de kans in het ontstaan van nieuw leven in mij?
Wie God niet kent leeft zonder hoop
Ik moet zelf een persoonlijke keuze maken en vruchten voortbrengen.
Dat kan ik niet aan een ander uitbesteden,
want het gaat er om dat ik zelf vruchten voortbreng.
Natuurlijk kennen ook wij vandaag allerlei uitvluchten,
net als die Farizeeën, die nog roomser willen zijn dan de paus
en de Sadduceeën die niet geloven in de verrijzenis.
Hoe vaak verschuil ik mij zelf niet achter bepaalde uitspraken.
Als ik maar niet alleen was of een levenspartner had,
dan zou het wel weer goed met me gaan.
Of had ik maar een betaalde baan of meer vrije tijd,
dan was ik ook gelukkiger.
Of als ik maar kinderen had, of als ze maar groter waren,
of als ze maar in of uit de puberteit waren, of 18+ jaar zijn.
of als ze maar het huis uit waren of bij me bleven wonen
of als we zelf maar eenmaal in dat nieuwe huis wonen,
of als we als senioren maar eens op vakantie konden,
of als ik maar eens in de vut ben of met pensioen.
Wat is er nu aan de hand in mijn persoonlijk leven?
Misschien moeten we eerst leren, dat er zo op die manier geen hoop is,
als we met al dat soort uitvluchten aan komen dragen.
Er is alleen hoop, als je je eigen situatie werkelijk onder ogen durft
te zien.
Als je er zelf verantwoordelijkheid voor durft te nemen
En als je er zelf hier en nu iets aan doet
in plaats van te vluchten in de toekomst
met allerlei mogelijkheden en illusies die soms niet eens bestaan.
Net als Johannes de Doper kijken
wat er nu aan de hand is in mijn eigen leven.
Bij voorbeeld wat er nu goed is of verkeerd gaat in mijn leven
En op basis daarvan lijnen trekken naar de toekomst.
Dat doet ook de profeet Jesaja in de eerste lezing.
Vanuit het heden trekt hij lijnen naar de toekomst
En gaat hij dromen en krijgt hij visioenen…….
Bekering: anders gaan denken en doen.
Johannes de Doper nodigt ons vandaag uit
anders te gaan denken en dan anders te gaan doen.
Bekering dat is 180 graden andersom draaien.
Vruchten voortbrengen die passen bij bekering.
Misschien moet je anders over mensen gaan denken,
die je nabij bent en/of met wie je woont,
en die je lief zijn en/of met wie je leeft en werkt.
Het kan ook zijn, dat je je energie ergens anders moet aanwenden.
Of dat je elkaar niet zo onder druk moet zetten.
Stress heeft ook te maken met dat het je ontbreekt aan inspiratie
Daarom is dat ook een spiritueel probleem.
Dat treedt vaak op als je denkt, dat alles alleen maar van jezelf
afhangt.
Van die gedachte kun je ook overspannen worden.
“Onthaasting” is geboden en daar is de oefentijd van de Advent voor.
Een twijgje kan alleen maar uitkomen als het niet in verdrukking komt.
De oude stronk moet de scheut de kans geven hoe klein en pril die ook
is.
Zoals ook een moeder die in verachting is,
zij moet wachten totdat het kind uit zichzelf zich aandient.
Al vast twijgjes van hoop om je heen verspreiden
en vooral zelf gaan wonen in de hoop.
Elkaar voortdurend wijzen op de kleien twijgjes van hoop,
die je ziet ontspruiten bij de ander en bij jezelf, dichtbij, verder af
en in de wereld.
Het mooiste kerstlied is misschien wel: Kom tot ons de wereld wacht….
Juist in het wachten en wonen in de hoop komt God je nabij.
Dat wensen elkaar toe in deze Adventstijd naar Kerstmis toe.
VOORBEDEN -2-ADVENT-A
Voor allen die ondanks alles
blijven geloven in een nieuwe wereld,
dat zij de moed niet verliezen maar staande blijven
en zich blijven inzetten voor recht en menswaardigheid.
Laat ons bidden……
Voor de profeten onder ons,
voor dichters en zangers en kunstenaars
die het visioen van gerechtigheid en vrede
onder ons levend houden.
Laat ons bidden……..
Voor onze Nederlandse kerkprovincie,
Voor ons Aartsbisdom en voor onze nieuwe parochie,
en in het bijzonder bidden wij voor deze lokale kerkplek hier,
dat er gaandeweg weer hoop mag groeien
op nieuwe vormen van samen kerk zijn in het klein en dichtbij
Laat ons bidden……….
Ogenblik stilte……voor ons zelf…..wat ons bezig houdt….
Laat ons bidden…………… |