26-Door het jaar-A
Matteus 21,28-32 -1996- Colmschate
+website:
www.bewustchristen.nl
-2008-spirituele overweging-w.boerkamp o.carm.nl
Een mens zit soms ingewikkeld in elkaar.
Soms zeg je bij voorbeeld gewoon ja, maar je doet het niet.
Een andere keer zeg je eerst nee, maar later doe je het toch.
Er is dus een verschil tussen zeggen en doen.
Dat komt misschien, omdat er tussen ons verstand
en onze wilskracht nog iets anders is. En dat is het hart.
Het hart heeft soms zo zijn eigen redenen,
die het verstand en de wil niet altijd kent.
Het is soms moeilijk om hart, hoofd en handen
in harmonie met elkaar te brengen.
Dan ben je pas een heel mens uit een stuk.
Wat Jezus zegt dat doet Hij ook.
Het is niet alleen mensenwerk, maar het is ook Gods werk in
Hem
Hij heeft zijn bevoegdheid vanuit de hemel: Hij sprak en het
was….
Dat is al begonnen met zijn voorloper Johannes de Doper.
Jezus geeft vandaag een gelijkenis van de twee zonen,
ja en nee, met uitleg, want zeggen en doen is twee.
Je kunt je namelijk lelijk in mensen vergissen.
Sommigen zien er vroom uit en roepen vaak naar God in de
kerk,
maar in de wijngaard van God het leven steken ze hand uit.
Daarnaast zijn er mensen die zich aan God nog gebod lijken
te storen,
maar ineens duiken ze toch op in de wijngaard van de Heer.
Lippendienst aan God is dus iets anders dan echt leven
vanuit God.
Geloven is omkeren en de weg van gerechtigheid gaan.(Ezech.18,25-28)
Dat is niet eenvoudig en kan je zelfs je leven kosten.
In de parabel van misdadige wijnbouwers die vandaag volgt
wordt Jezus zelfs als zoon van de wijngaardenier uit de weg
geruimd.
Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich helemaal
ontledigd.
Die gezindheid moet ook ons beheersen (Fil. 2,1-11)
Later is Jezus namelijk verrezen en de jonge kerk
beheert de wijngaard van zijn Vader.
Het gaan op de weg van Jezus is echter niet eenvoudig.
Het is alleszins begrijpelijk om ‘Ik wil niet’ te roepen.
Wie snel ja zegt heeft waarschijnlijk de vraag niet goed
gehoord.
Het Ja van een mens is anders wanneer
het eerst door een nee is heen gegaan.
Soms zeg ik op de vraag van een ander zo maar ja,
voor de buitenkant, terwijl ik diep in mijn hart
al lang van te voren weet, dat het uiteindelijk nee wordt.
Misschien omdat die ander druk op mij uitoefent, waar ik
niet tegen kan.
Of misschien wil ik gewoon van het gezeur af zijn.
Of misschien denk ik wel bij mezelf:
waar haalt hij of zij de moed en de bevoegdheid vandaan om
mij dat te vragen.
Soms kan ik ook niet tegen bevelen van een ander.
Maar het kan ook zijn, dat ik die ander
niet voor het hoofd wil stoten door nee te zeggen
en wil je een conflict vermijden.
Of misschien ben ik ben ik bang om afgewezen te worden
of dat ik alleen kom te staan.
Een andere keer zeg ik eerst nee,
terwijl ik het achteraf toch wel doe.
Ook daar kunnen allerlei redenen voor zijn.
Soms moet ik er bij voorbeeld eerst nog eens een nachtje
over slapen,
zoals dat in de volksmond heet.
Je wilt voor jezelf de tijd hebben om er over na te denken,
wat de gevolgen zijn als je het wel of niet doet.
Kortom, er ligt een ruimte tussen zeggen en doen,
waarin je tot bezinning kunt komen.
Misschien denk ik wel bij mezelf van:
Ik zeg ook altijd veel te gauw ja en ik kan ook niets
weigeren.
Of denk ik bij mezelf: ik sta ook niet open voor een ander,
die het misschien nog wel zo goed met mij voor heeft.
Of misschien vraag ik mij wel heel serieus af: waarom doe ik
het eigenlijk?
Komt mijn ja of nee voort uit eigenbelang,
carrière, eer, behaagzucht of andere ondeugden….
Of laat ik mij leiden door aan de ander recht te doen
en wil ik mijn oor daar naar richten.
Zo’n mens is gegroeid in Godskennis en in zelf kennis.
Jezus geeft ons vandaag de ruimte om de goede daad te
stellen,
ook al was mijn eerste antwoord misschien niet juist.
Die beide zonen uit het evangelie zijn dus ook twee aspecten
in mezelf.
Ze zitten in meer of mindere mate in ieder mens.
Het sleutelwoord in het evangelie van vandaag is: Inkeer en
Bekering
Dat is de ruimte die de tweede persoon laat zien:
Neen, ik wil niet, maar later kreeg hij spijt en ging toch.
Opvallend daarbij is het woord “later”.
Hoeveel later is dat eigenlijk?
Een uur, een dag, een week?
Op een mensenleven beschouwd lijkt het
een ongekende en onbegrensde ruimte te zijn:
nl. de hele duur van je leven.
Elke dag van je leven kun je tot in keer komen, vandaag nog!
Als dat zo is mogen wij vertrouwen hebben.
Goddelijk geduld duurt immers een eeuwigheid.
Geef, dat wij mogen lijken op de tweede zoon:
en dat wij mogen groeien in de richting van de wil van de
Vader.
En dat we niet lijken op die eerste zoon,
die zich naar buiten toe wel godsdienstig gedraagt,
maar van binnenuit is hij onbetrouwbaar en voos
en doet hij niet de wil van God. Amen.
|
|