22-Door het
jaar-C .
Luk.14,1,7-14
w.boerkamp o.carm. 2013
Tafelmanieren: een les in wellevendheid
We krijgen vandaag ogenschijnlijk een les in wellevendheid:
Als je genodigd bent, kies dan altijd de laagste plaats en
als je zelf gasten nodigt,
doe het dan nooit om op jouw beurt uitgenodigd te worden.
Het is niet aan gasten elkaars rangorde aan de tafel van de
gastheer te bepalen.
Het is uiteindelijk aan de gastheer om te zeggeen:
vriend ga hogerop of neem een minder plaats in.
Wees wie je in Gods ogen bent:
Je bent van deze aarde en niets meer dan de ander naast je
links en rechts.
Alleen God in de hemel maakt als gastheer van het leven uit
of je in zijn ogen meer waard bent, maar dan moet je
aandacht wel uitgaan
naar gebrekkigen en misdeelden, armen en noodlijdenden.
Wie zichzelf vernedert zal verheven worden en genade vinden
bij God
Hoe rijk je ook bent en hoeveel aanzien je ook hebt,
hoe verstandig, wijs en geleerd je ook bent, zegt de eerste
lezing van daag,
blijf bescheiden, nederig en deemoedig, dan wordt je pas
gewaardeerd
door mensen en vind je genade bij God.
(Eccl.3,17-18.20.28-29).
Weet waar je staat en wat je plek is in het leven,
zegt Paulus vandaag in de tweede lezing ( Hebr.
12,18-19.22-24a).
Wat dat betreft hebben wij als christenen nog diepere
ervaringen achter de rug
dan het joodse volk, dat toen de tien geboden kreeg van God
op de berg Sinai
Wij christenen zijn genaderd tot de stad van de levende God,
tot de Rechter van allen, tot de Middelaar van een nieuw
verbond.
Onderweg, waar ieder zijn plaats zoekt in het volle leven,
daar gebeurt het rijk Gods, zegt Jezus vandaag in het
evangelie.
Wie zichzelf vernedert zal verheven worden.
Van een christen wordt soms meer gevraagd dan van heiden en
soms ook andere dingen.
Het is vaak meer dan het gewone wat er van je gevraagd wordt
en ook meer dan het alledaagse wat je tegen komt.
Alleen wie zich weet te buigen wordt opgericht en krijgt de
plaats die hem of haar toekomt.
Wij moeten de herinneringen aan onze leermeester Jezus
levend houden.
Hoe hij maaltijden met hen hield en ook de woorden onthouden
die hij sprak
en de tekenen die Hij deed. Dat kan ons leven totaal
veranderen.
Vooral dat laatste avondmaal, dat leert ons zijn naam levend
te houden.
En dat leert ons te denken en te doen, zoals hij ons heeft
voorgedaan.
Wekelijks het brood breken met elkaar en luisteren naar
wat Hij ons te zeggen heeft in het evangelie.
Daarin spreekt Hij immers rechtstreeks tot ons
en doet Hij een beroep op ieder van ons persoonlijk.
Vergeet niet dat we eenmaal definitief zullen aanzitten aan
tafel in het rijk Gods.
Daar gaat het uiteindelijk om en daar moet je in je leven
rekening mee houden.
En elke zondag als we samenkomen worden we herinnerd aan dat
eeuwig gastmaal.
Zowel de zondag als ook het samenkomen op zichzelf is
daarvan een symbool.
Een voorproefje van het grote gastmaal op het einde der
tijden.
Het gaat om wie er uiteindelijk zal aanzitten en eten in het
Koninkrijk van God.
Voel je uitdrukkelijk uitgenodigd door God zelf in het leven.
Vergeet niet dat je een genodigde bent van Godswege
en dat Jezus je graag bij zich aan tafel ziet.
Je kunt zo vol zijn van je eigen bezit, je werk, en de
liefde,
en vol van je eigen streven naar de eerste plaats in het
leven,
dat er in jezelf geen plaats meer is voor God.
Hoed je daarvoor, zegt Jezus, en Hij zegt het heel streng:
Het eind van het liedje is, dat geen van jullie straks bij
God aan tafel zit.
Ik heb je zo vaak uitgenodigd, zegt hij dan,
maar je kwam nooit en nu hoef je niet meer te komen
en daar heb je dan niets van terug.
Integendeel,dan wordt het heel stil aan tafel zoals vandaag
in het evangelie
en er is niemand die het nog waagt
om die stilte met een stichtelijk woord te doorbreken.
Durf te zijn wie je zelf bent: in het leven genodigd door
God.
Weet met een gezond gevoel van eigenwaarde waar je staat
en blijf met eigen benen op je eigen grond staan
Heb eerbied voor de eigenheid van de ander
Durf op tijd schuld te bekennen als dat nodig is
Heb tegelijk ontzag voor het geheim van God,
dat ons leven draagt en die ons tegelijk te boven gaat.
Voel jezelf niet verheven boven de ander,
maar laat ook niet over je heen lopen.
Kortom, gewoon jezelf durven zijn wie je bent.
Zo iemand was Jezus ook.
Hij weet zich te buigen in de meest verschillende
levenssituaties.
Hij kent zijn plaats in de gewone omgang met andere mensen.
Hij weet maar al te goed dat er ook gelobbyd wordt
en fijntjes met de ellebogen wordt gewerkt.
Vooral bij etentjes en recepties, waar men elkaar ontmoet en
bijpraat.
En dat mensen vaak alleen huns gelijken uitnodigden
-soort zoekt soort, zou je kunnen zeggen- en dat ze belust
zijn op bepaalde plaatsen.
Hij is zich van al dat soort dingen bewust
en durft daartegen ook te protesteren als dat nodig is.
Vooral als mensen maatschappelijk of godsdienstig onrecht
wordt aangedaan.
Weet jezelf in alle eenvoud te buigen waar het leven daar om
vraagt
en blijft tegelijk overeind waar onrecht je dreigt te
kleineren.
Zo’n geestelijke houding kun je je alleen maar eigen maken
met vallen en opstaan.
Maar op den duur leer je met een gezond gevoel van
eigenwaarde
met beide benen op eigen grond staan.
En al doende leer je te onderscheiden
waar je je wel en waar je je juist niet moet buigen.
Bidden wij in deze eucharistieviering om die gave van
onderscheiding