TEN VOLLE KENNEN IN WEDERKERIGHEID

Pastor W. Boerkamp O Carm

 

4-van Pasen-B
Johannes 10,11-18-Roepingenzondag!
+website: www.bewustchristen.nl -2009-spirituele overweging- w.boerkamp o.carm.-geel

Het is vandaag roepingenzondag (=altijd 4e zondag van Pasen).
Het gaat over het beeld van de herder en de schapen.
Bij roeping is er altijd sprake van een zender, medium en ontvanger.
Welnu, kunnen wij in ons binnenste de stem van God nog wel horen
en ontvangen of zitten onze zintuigen van binnen en buiten verstopt?
Kunnen wij vervolgens nog wel een medium zijn
in het komen van God in zijn woord of staan we God juist in de weg?
Hebben wij tenslotte nog wel een geestelijke antenne in ons zelf
om het roepen van God vanuit de ander te kunnen ontvangen?

De mens is zelf een medium in het roepen en komen van God.
We zijn in onze tijd immers heel erg op ons zelf gericht en onze
innerlijke aandacht wordt voortdurend van buiten af in gijzeling gehouden.
We hebben een overvloed aan communicatiemiddelen
en we zijn vaak alleen maar gericht op het medium zelf en de vorm,
in plaats van op de inhoud, zodat die maar al te vaak verloren gaat.
Dat geldt ook voor de mens op zichzelf als medium
in het komen van God in zijn woord: waar, wanneer, hoe
en in wie kan ik God in mezelf en in de ander nog ontmoeten?

En dan wat betreft de zender of afzender.
In onze westerse cultuur zijn we voortdurend geneigd
om onszelf neer te zetten en terug te verwijzen naar ons zelf
in plaats van dat wij verwijzen naar de boodschap(per) die wij uitzenden.
Er is voortdurend zorg over hoe je zelf over komt i.p.v. de boodschap
Dat geldt ook voor de kerk in haar totaliteit en in haar soms
stoffig imago van een kerk als een museum in West Europa.
Wat stralen wij uit als christenen
en in hoeverre zijn wij aantrekkelijk voor jongeren?
Dit brengt mij vanzelf op het volgende:

Het is vandaag op zondag 3 mei tevens Open Kloosterdag,
zoals eenmaal in de drie jaar met als thema: Kom en zie.
Het gaat daarbij om kennismaken met mensen,
die gegrepen grepen zijn door het Geheim van God:
eremieten in de woestijn van Egypte vanaf 200-300 na Chr.
en monnikken en monialen vanaf de 4/5de eeuw,
zoals de Benedictijnen en Cistersienzers en Trappisten (Vgl.Sion)

Maar ook gaat het om bedelorden vanaf 1200 zoals die van Franciscus
en de Karmelieten en vanaf de zestiende eeuw, zoals de Jezuļeten
En tenslotte gaat het om moderne congregaties en lekeninstituten
met hun zorg om mensen als roeping en de 40 nieuwe lekebewegingen.
Tienduizenden belangstellenden zullen dit weekend de kloosters
weer bezoeken en zoals gewoonlijk worden dat er alleen maar meer.
Ze kunnen ook zien hoe kloosters aantrekkingskracht uitoefenen
op mensen, die hunkeren naar spiritualiteit, mystiek, bezinning, rust en stilte.

Leefregels van oude kloosterorden zijn bron van inspiratie voor leken.
Terwijl de parochiekerken steeds leger worden en verdwijnen
lopen de kloosters in het weekend steeds meer vol met gasten.
Dat zijn voornamelijk jongeren (16-35-plus jaar), maar ook ouderen.
Niet dat ze blijven, want velen hebben bindingsangst net als de vele singels.
Die oude leefregels van kloosters hebben blijkbaar wel iets te bieden,
waar jongeren iets aan kunnen hebben om aan hun eigen leven
christelijke vorm en structuur te kunnen geven.

Het is de vraag van vele jongeren in deze tijd
Hoe krijg ik in Godsnaam Christelijke structuur in mijn leven,
als mijn ouders en ons gezin, de school en zelfs de gewone parochie
daar vaak geen raad meer mee weten?
Dat is ook de grote vraag voor mij na 30 jaar te hebben gewerkt in nieuwbouwwijken.
Hoe krijgt een jongere tussen 16 en 35 jaar in godsnaam structuur in zijn of haar leven:
Daar heb ik ook een website voor geopend dat heet: www.bewustchristen.nl
Ik voel mij nu ook persoonlijk als priester-religieus en kloosterling geroepen
om daar speciaal aan te werken, want de jongeren verwachten van de priester
een ding: dat ze er in gespecialiseerd zijn de ontmoeting van
de mens met God te bevorderen, zegt Paus Benedictus.
Men verwacht alleen van hem dat hij expert is wat betreft het geestelijk leven
en dat ze met name in deze tijd bereikbaar zijn voor jongeren
en de nieuwe lekenbewegingen ondersteunen en begeleiden in eigen parochie,
zoals bij voorbeeld de Lekenbeweging van de Karmel in de Titus.

Wie roept er: aandacht voor God en mensen
Bij het woord roeping moet je eerst denken aan:
Waar, wanneer, wat en hoe roept er iemand?
God roept ons door Jezus Christus in de H.Geest samen
naar het midden van de kerk toe te komen.
Wij zijn immers eigendom van Jezus Christus, de goede Herder,
die zijn leven voor ons heeft gegeven.
We zijn allemaal mensen die zich geroepen weten tot elkaar.
God zelf in ons binnenste brengt ons hart in beweging en inspireert ons,
maar die roep van God kan ook van buiten mij komen
via de ander die in zijn of haar nood een beroep op mij doet.
Vandaar aandacht voor God en mensen, daar gaat het om.

Wij zijn allemaal een pastor (koning-priester-profeet) voor elkaar
In het scheppingsverhaal vraagt God al
na de zondeval van de eerste mensen: Adam, waar ben je?
Deze verschuilt zich achter de bosjes.
Na de moord van Kaļn op zijn broer Abel vraagt God weer:
Kaļn, waar ben je? En dan antwoord Kaļn:
ben ik soms mijn broeders hoeder?
Ja, wij zijn de hoeder van onze broeder en zuster
en we zijn een herder en pastor voor elkaar.
En zo gaat het de hele bijbel door:
God roept Abraham om op weg te gaan,
Hij roept Moses om zijn volk te bevrijden,
Hij roept David om koning te worden en kijkt niet naar het uiterlijk
en bij Samuel zien wij, dat God zelfs roept in de slaap.

Jezus is onze inwendige herder.
Hij is de deur om bij God thuis te komen.
Bij Hem zie je hoe God en mens elkaar van binnenuit kennen
en zo elkaar in volle vrijheid leven geven in overvloed.
Bij niemand anders en in geen enkele naam is redding te vinden
dan in de naam van Jezus Christus, die gekruisigd is en verrezen
is redding te vinden. De steen die door ons als bouwlieden
werd verworpen is zelfs hoeksteen geworden (Hand.4,8-12)

Christenen zijn herder en schaap tegelijk.,
Die rollen wisselen immers voortdurend:
de ene keer wordt er meer van jou verwacht en ben je herder
en de andere keer mag je ook schaap zijn en je laten weiden door die ander.
Als je maar niet allebei tegelijk lam bent.
Elkaars herder zijn betekent ook, dat je op je post blijft
en elkaar niet als een huurling in de steek laat als het moeilijk wordt.
De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen (Joh.10,11-18)
Wij worden door God in de kerk samen geroepen tot het
basissacrament van broederschap en zusterschap en dienstbaarheid
en om goed te horen, te luisteren en te kijken naar:

Wie roept er? En waartoe roept hij of zij?
Het gaat daarbij om concrete aandacht voor God en mens,
die roept en die je nodig heeft.
Kortom, er zijn zoveel roepingen als er mensen zijn,
maar niet iedereen kan alles.
Dat is alleen voor Jezus zelf weggelegd, een mens die alles is voor allen.
Het gaat mij persoonlijk alleen om wat op mijn weg komt
en wat past bij mijn eigen aanleg, gaven en talenten en mogelijkheden.
Daarom, weet wie je bent en weet waar je goed in bent
en wat je kunt doen wat bij je past en wat je rol is gezien vanuit God.
Geroepen als we zijn elkaar het leven mogelijk te maken.

Laat Hem door je heen gaan
Uiteindelijk gaat het er om de liefde van God
door jou als de herder heen te laten stromen.
Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft,
zegt de tweede lezing vandaag.(I Joh.3,1-2)
We worden niet alleen kinderen van God genoemd,
maar we zijn het ook nu al in dit leven.
Daar komt onze diepste motivatie vandaan.
Anderen moeten dat aan je kunnen merken en zien
en je moet het ook in jezelf kunnen ontdekken en beamen.
God zelf is de verborgen herder, die in en door ons aan het werk is,
als een wijnstok, een licht, een bron, levend brood,
opstanding, weg, waarheid en leven:
Kortom: Hij is de deur naar God

Kennen in wederkerigheid: ten volle leven
Als je volop wilt leven, dan moet je in en uitademen
Oftewel leven geven en leven nemen.
Er zit een wederkerige relatie tussen geven en nemen
Zo is er vandaag op roepingenzondag ook
een wederkerige relatie tussen de herder en zijn schapen.
Pas als de herder zijn leven geeft voor zijn schapen
en die schapen tot hun recht komen,
dan kan de herder ook zijn leven terugnemen.
Zo krijgt die herder zijn eigenheid en identiteit
vanuit de ander, d.w.z. vanuit zijn schapen
Hij is vrij om dat te aan te nemen of niet.
Zo hoeft ook Jezus zijn leven niet terug te nemen
Hij is vrij om al dan niet te aanvaarden wat Hem wordt aangereikt.
De wil doen van de vader, dat is leven.

In het evangelie van vandaag
kunnen de rollen van schaap,herder en huurling voortdurend wisselen.
Ook in ons dagelijks leven kun je steeds weer een andere positie in nemen.
Juist de ander helpt mij om schaap te zijn,
of om herder te zijn of om gemeenschap te zijn.
Dat veronderstelt een wederkerige relatie van een ieder met God de Vader.
Naast dit persoonlijke is de gemeenschap van belang
in de vraag waar groei je van en waarvan niet.
In verband met roepingenzondag moeten wij vandaag
niet denken aan de aloude tweedeling van pastor/herder en parochianen/schapen.
Het gaat om de vraag hoe kunnen wij elkaar herder-schapen laten zijn?
Hoe kunnen wij elkaar uitnodigen in onze diepste roeping,
in God geroepen te zijn, om hierin te worden wie wij ten diepste zijn.

Kennen in wederkerigheid
Ik ben de goede herder.
Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij,
zoals de Vader Mij kent en ik de Vader ken.
Ik geef mijn leven voor mijn schapen.
Net als Jezus voel ik ten diepste dat ik er mag zijn.
En ik mag ten volle tot bestaan komen
en ik mag volledig beeld van God zijn.
Dus als God mij ten volle kent,
dan mag ik volledig en ten volle bestaan
en leven in de liefde die God gunt:
zelf liefde worden en leven vanuit God.
De omgekeerde beweging is dat ik de Vader ken.
Dan ga ik volledig en in de liefde en vanuit de liefde van de Vader leven.
Dan beleef ik pas ten diepste het Geheim van God .
Dat wederkerige en intieme kennen van de Vader en Jezus
staat model voor de wederzijdse kennis van God en mezelf.
Wat een groot geheim is die Godmenselijke betrekking.
Het is mijn wezen om voluit te leven van de liefde van God
en zo beeld van God te zijn.
Wij mogen er ten volle zijn en tegelijk komt God in ons
in zijn grootheid en in zijn gunnende liefde aan het licht. Amen.