1-Advent-B
Marcus 13, 33-37
+website:
www.bewustchristen.nl -2008-spirituele
overweging-w.boerkamp o.carm.-paars
God is altijd de komende
De verrezen gekruisigde, Jezus Christus, is als een heer,
die na zijn dood en kruisiging naar het buitenland is gegaan.
Tegelijk heeft hij aan ons, zijn volgelingen en dienaren,
het beheer van zijn huis van de kerk en evangelie
overgedragen.
Waakt dan, opdat Jezus je niet als zijn eerste leerlingen
in de Hof van Olijven slapende vindt, diep in de nacht.
Sla niet op de vlucht en laat je ook niet verrassen
door het kraaien van de haan, zoals Petrus overkwam.
Jullie moeten ook niet tot wanhoop vervallen,
zoals de eerste leerlingen, toen Jezus werd gekruisigd,
de Zon verduisterd werd en de maan geen licht meer gaf.
Vonden de vrouwen in het eerste morgenlicht het graf niet
leeg?
Begin van de Blijde Boodschap,
van en over Jezus Christus, de Zoon van God.
Zo valt de evangelist Markus vandaag met de deur in huis.
Weest dus waakzaam, want je weet niet wanneer Hij terug komt,
s’avonds laat, midden in de nacht, bij het kraaien van de
haan
of s’morgens vroeg. Hij kan komen als een dief in de nacht.
Het kan ons verrassen als de Berlijnse muur die plotseling
omvalt,
als een plotselinge aanslag vanuit de lucht op de twintowers
en als een (geld)duivel die vanuit hebzucht van binnenuit
komt.
Heb aandacht en eerbied voor God die altijd de komende is:
Ik ben de Alfa en Omega, de eerste en de laatste,
de Oorsprong en het Einde, Hij die is en die was en die komt
(Apok.1,8)
Weest dus waakzaam als een deurwachter van zijn huis.
Bij God bestaat geen tijd zoals de psalm zegt.
Wij zijn echter in de tijd en heel ons leven is een Advent.
Levenslang zien wij uit naar God hoe die zich voordoet.
Let daarbij op de tekenen van de tijd: overal hoor je
groeicrisis.
Voorboden van een nieuwe tijd die op ons af komt.
Laat die dag maar beschouwend op je af komen met aandacht en
eerbied
en met de onderscheiding der geesten als voornaamste deugd.
En dus niet: pluk de dag tot je er dood bij neervalt.
Wij zijn als wachters in de tijd, die uitzien naar de morgen.
Wij leven in de tijd, tussen gisteren en morgen,
tussen onze oorsprong en ons doel, tussen herinnering en
verwachting.
Tijd en eeuwigheid omhelzen elkaar in Jezus Christus
Van oudsher is God onze Vader en verlosser,
van gisteren en van onze oorsprong.
En tegelijk is Hij nu ook onze Vader.
Wij zijn van leem en U, God, bent de boetseerder,
wij zijn het werk van uw hand, van verwachting,
van morgen, van ons doel en van onze toekomst.
Daartussen ligt de ruimte van onze beleving in het heden.
En toch, Heer, bent U onze Vader.
Wij zijn de leem, U bent de boetseerder, wij zijn allen
het werk van uw hand. (Jes.63,16b-17,19b;64,3b-7)
Wij zijn uit Gods hand en leven in Ballingschap
Moge dit besef in de Advent tot ons doordringen.
Wij zijn als afgevallen bladeren en zwervers, als pelgrims
onderweg:
ons thuis is in God, onze bede wordt verhoord.
Alle van huis uit christenen van Nederland: welkom thuis.
Hij zal ons versteend hart opnieuw verwarmen en week maken.
Zijn Naam zal opnieuw over ons worden uitgesproken.
De Vader heeft zijn eigen Zoon al geboetseerd in de hemel.(ps.139)
Hij zal vorm krijgen in Maria, onze moeder en zuster in het
geloven.
De hemel zal openscheuren en de wolken zullen de
rechtvaardige regenen.
In onze gebrokenheid zullen wij naar zijn grondmodel worden
omgevormd.
Vol verwachting zien we uit naar de komst van onze Heer
Jezus Christus
Wij zullen het heil aanschouwen, zoals de tweede lezing zegt.(IKor.1,3-9)
Wordt dan een waakzaam en bewust christen en geen
cultuurchristen.
Die waakzaamheid moge God ons schenken voor heel ons leven
Zoek God op de eerste plaats in jezelf en van daaruit ook in
de ander
en laat Hem zo met Kerstmis opnieuw geboren worden in jou.
Hoe hoor je God roepen en hoe kom ik Hem op het spoor?
Onthaast je en wordt stil en kom tot het besef van:
Ik heb mezelf niet gemaakt en ik had er ook niet kunnen zijn.
Elk moment ontvang ik het leven uit Gods scheppende hand.
Ben ik nog wel wie ik ten diepste heb willen zijn?
Zijn er mensen (heiligen als model) aan wie ik mij kan
spiegelen?
Voel ik mij bemind door(I)iemand die onvoorwaardelijk van
mij houdt?
Kan ik er op vertrouwen, dat ik nooit verloren zal gaan
ook al moet ik soms de donkere nacht in
van het wachten en niet meer weten waar ik aan toe ben?
Heel stil, daar kun je soms een stem horen van de stilte
zelf.
In stilte en hoop ligt onze kracht.
Dat is Advent: wachter zijn in de nacht.
Moge dat ons geven worden.
|
|