Mt.9,9-13
+website-
www.bewustchristen.nl
-2008-spirituele overweging-w.boerkamp o.carm.-groen
Jullie moeten maar eens leren wat het zeggen wil:
Ik wil liever barmhartigheid dan die offers van jullie.
Met andere woorden: Een open hart voor God en medemens
is het enigste offer dat God welgevallig is.
Juist voor zieken en zondaars ben ik gekomen, zegt Jezus,
rechtvaardigen daarentegen hoef ik niet meer aan te spreken.
Ik wil dat jullie liefde hebben voor God en medemens.
God heeft geen behoefte aan brandoffers in de tempel,
en andere offergaven zoals in de Joodse godsdienst.
Daarmee denken ze God te behagen, maar dat kan niet.
Dat komt allemaal nog van de aartsvaders.
Abel offert het beste van zijn kudde aan God,
maar je moet het beste van jezelf geven.
Noach vervolgens bouwt na de zondvloed een altaar voor God,
maar je moet zelf een altaar worden voor God en mensen.
Ook aartsvader Abraham bouwt een altaar
en meent zelfs zijn enige zoon te moeten offeren,
maar God wil geen offers, geen offers van dieren en
zeker geen mensenoffers, nooit wil hij dat.
Hij wil alleen maar een open hart voor God en medemens.
Daarom komt ook de engel van God tussen beide.
En dan offert hij maar een ram dat vast zit in de struiken,
om God toch nog gunstig te stemmen,
want hij kan het niet laten om iets voor God te doen.
Daar komen ook al die joodse brandoffers vandaan in de
tempel.
En daarom slachten ook de Moslims nu nog schapen op rituele
wijze,
maar je kunt echter niets voor God doen en hij wordt er ook
niet anders van.
Je moet God alleen niet in de weg gaan staan, zoals mensen
ook wel eens per ongeluk voor de zon staan die schijnt op
iemand anders.
Bij Jezus begint echter totaal iets nieuws.
Hij wordt bron van nieuwe inspiratie in de joodse godsdienst.
Dat begint als een beweging van en rondom Jezus van
Nazareth,
maar het lijkt met hem wel een nieuwe godsdienst te worden.
In feite geeft Hij alleen de kern aan van godsdienstigheid.
Hij legt het fundament bloot van de Joodse godsdienst.
Je kunt jezelf niet achter een offerdier verschuilen.
D.w.z. je kunt wel bidden en een offerkaars opsteken in de
kerk,
grote kerkbijdrage betalen voor lege kerkgebouwen,
bidden en missen laten lezen, maar het gaat er om of je zelf
offervaardig leeft en bent in het volle dagelijks leven.
Of je leven de kwaliteit heeft van een offer voor God
medemens.
Het gaat om de inzet van je eigen persoon in het volle leven.
Dat is een open hart voor God en medemens die je ontmoet.
Dat is het enigste offer dat God welgevallig is.
Als ik mijn hart geopend houd is dat mijn offer,
neem het aan, zegt de psalm letterlijk.
Barmhartig zijn voor de ander in alle situaties
en omstandigheden van het leven en voor iedereen die je
ontmoet,
ook en juist als die ander je niet bevalt of je misschien
niet ligt.
Of als je een hekel hebt aan die ander,
omdat die niet is zoals jij graag zou willen.
Je hoeft het offer niet te zoeken
Het leven zit uit zichzelf al vol met gelegenheid tot een
offer te doen.
Misschien zijn wij vandaag wel een beetje verwend.
Wij zijn de eerste generatie die geen oorlog aan de lijve
heeft meegemaakt.
Soms denk ik dat die offerzin langzaam in de vergetelheid
raakt:
dat de ene leeft bij de gratie van het levensoffer van de
ander.
Willen wij na de val van de muur in Oost Europa nog wel
elders helpen?
Willen wij dan alleen maar de slechte dingen uit het westen
exporteren?
Christenen kun je herkennen aan de hun spiritualiteit.
Er zijn zes ijkpunten in het leven waaraan je iets kunt zien
van die offervaardigheid en barmhartigheid.
Dan kun je volgens de levensloop respectievelijk denken aan:
-de manier waarop Christenen omgaan met geboorte
en vorming in de moederschoot,
-hoe vervolgens hun kinderen worden opgevoed en gevormd,
-hoe ze wonen en intimiteit beleven zoals in een huwelijk,
-of ze barmhartig zijn in het dagelijks leven met anderen
-en hoe ze tenslotte omgaan met het levenseinde en de dood.
De onderstroom van die christelijke spiritualiteit in het
dagelijks leven is,
dat wij leven vanuit een God die genadig,
lankmoedig, rijk aan liefde en trouw is.
De lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid
spelen daarin een grote rol zoals zieken verzorgen en
vertroosten
Zondaars aanspreken en op het rechte pad brengen hooort daar
ook bij.
Zondaars zijn volgens Jezus ook zieken die genezing nodig
hebben.
Zo kan een tollenaar als Matteus zelfs worden geroepen
om leerling van Jezus te worden en kan een zondaar
toetreden tot het gezelschap van de Messias. Want, zegt
Jezus:
Ik wil liever barmhartigheid dan offers. (vgl.Hosea 6,3-6)
Hij kiest voor solidariteit met zijn zondige tafelgenoten,
want in Gods ogen zijn zondaars zieken,
die eerder met barmhartigheid te genezen zijn
dan met wettische middelen en religieuze strengheid.
Zondaars zijn lammen die overeind geholpen moeten worden.
Laten wij maar eens leren wat die barmhartigheid betekenen
voor vandaag.
Een plechtige H.Mis precies volgens de regels op zondag
kan alleen iets betekenen als er in de week ook
een meeleven en omzien is naar mensen in nood in de parochie.
Veel en hoog kerkelijkheid mag geen gebrek aan
barmhartigheid opleveren.
Laten wij ons bekeren tot God, die liever barmhartigheid wil
dan offergaven.
en dat de kracht van ons geloof in God
ons ook als gerechtigheid wordt aangerekend.(Rom.4,18-25)
|
|