EVANGELISCH LEVEN
ALS NIEUWE BEWEGING IN ONZE KULTUUR
Nieuwe vormen van evangeliseren ontdekken!
In onze tijd is leven vanuit het geloof iets marginaals geworden.
In onze samenleving heerst de cultuur van de dood heel sterk in plaats
van het leven te bevorderen. Christenen leven vanuit het ‘evangelie van
het leven’ in plaats vanuit de dood. Met meer dan anderhalf miljard
Christenen zouden wij een sterke beweging kunnen vormen tegen de alles
overheersende tijdgeest van nu in deze wereld. De kerk moet minder met
zichzelf bezig zijn, want dan wordt ze ziek. Ze moet meer diaconaal naar
buiten treden in de samenleving en daar de mensen op zoeken. De Christen
van nu moet ‘revolutionair’ zijn, zegt onze nieuwe paus Franciscus. We
moeten het enthousiasme, dat uitgaat van het evangelie zelf, opnieuw
ontdekken. Evangeliseren is verbonden met een levend getuigenis hier en
nu, zoals Franciscus in de 13e eeuw zelf een levend evangelie werd in
zijn leven. We moeten werken aan nieuwe vormen van evangeliseren en dat
moet hand in hand gaan met de pastorale zorg voor roepingen en
catechumenaat in de parochie.
De situatie van de kerk in West Europa is problematisch.
De geloofwaardigheid van de kerk staat op het spel en er is een wijd
verbreidde religieuze, spirituele en kerkelijke onwetendheid. Religieuze
taal lijkt wel iets uit het museum. Daarnaast leven wij in een
multi-religieuze wereld. Zen, meditatie, yoga en oosterse filosofieën
lijken meer aan te sluiten bij het moderne levensgevoel en ze lijken
mensen meer te bieden dan de R.K. Kerk kan geven. We zien wel dat
groepen jongeren groeien, wanneer er aandacht is voor het hart, het
verstand en de relatie met God. Die ervaring is wereldwijd. Waar groepen
vrijwilligers in kontact komen met mensen die gebukt gaan onder allerlei
problemen, daar groeit het bewustzijn en de openheid voor religie, voor
christelijke spiritualiteit en voor positief kerkelijke bemoeienis.
Pastores, begeleiders en religieuzen en jongerenwerkers/sters
Van hen wordt nu verwacht dat ze met de jongeren op lopen en niet voor
hen uit lopen. De jongeren willen hun ervaringen kunnen delen met iemand
die naast hen staat, zo blijkt. Het gebedsleven moet als zichtbare bron
centraal staan, naast de eenvoud en de keuze om in de marge van de
samenleving te werken en te leven. Bij de eerste initiële vorming –met
name in het catechumenaat- moeten de jongeren in aanraking komen met het
evangelisch leefmodel. Daarnaast moeten wij nieuwe vormen van
evangelisch leven ontdekken voor jongeren, die meer europees dan
nationaal gericht zijn en die ook meer kosmopolitisch zijn ingesteld.
Nieuwe kerkelijk bewegingen als voornaamste vrucht van het Concilie.
Terwijl institutionele parochies inkrimpen en imploderen groeien de
kerkelijke bewegingen als nooit te voren. Zij zijn de belangrijkste
vrucht van het Concilie.’Roeping’ van jonge mensen gebeurt als zij op
een of andere manier in aanraking komen met de ‘traditie’ van kerk en
samenleving. Geroepen worden om je in dienst van God te stellen is de
vrucht van een diepgaand proces, een zoektocht naar jezelf, de relatie
met de ander en naar wat de natuur je te zeggen heeft als eerste
leermeester, nog voor de bijbel. In die confrontatie met het bestaan,
met name in de periode van adolescentie wanneer jonge mensen zoeken naar
hun levensweg, openbaart zich ook de geestelijke dimensie van God. Als
resultaat van die ontmoeting besluiten sommigen zich meer en nauwer aan
de Heer de binden om God te dienen en de naaste. Een derde begrip dat
bij roeping een rol moet spelen is het onderscheidingsvermogen, wat de
christelijke spiritualiteit aanduidt met ‘de juiste intentie’ hebben.
Voor het aangezicht van God kun je niet anders dan deemoedig zijn en
altijd ruimte laten voor God en voor twijfel van jezelf, wat je
voortdurend zal zuiveren. Het vierde begrip is het verlangen naar
‘heiligheid’ zoals God aan Abraham vraagt, de vader van ons Christelijk
geloof.
Leerling worden van nieuwe eigentijdse kerkelijke bewegingen
Het uitgangspunt is dat iemand op een of andere manier van binnen uit
‘geraakt’ wordt door God. Dan moeten wij een goede vorming en groei
bevorderen van hen die besluiten hun leven meer aan Gods dienst te
wijden als leke-religieus. Een aantal dimensies spelen daarbij een rol.
Op de eerste plaats spiritualiteit en mystiek.
Je moet leren een innerlijk gesprek aan te gaan met God. Daar mag je
best een jaar voor uit trekken. Het eerste vormingsjaar bestaat dan ook
in het gebedsleven, het spiritueel leven te leren kennen en beoefenen.
Dat blijft in de volgende jaren doorgaan, maar dan meer geïntegreerd en
minder intensief.
De tweede pijler is het leven in de gemeenschap van een geestelijke
familie,
zoals bij voorbeeld de Familia Karmelitana. Vorming is immers niet
alleen gebaseerd op het individu. Je moet niet alleen geraakt worden
door God in je binnenste, maar van daaruit moet je ook geraakt worden
door gemeenschapszin. Het is wezenlijk je te leren ‘mengen’ onder
anderen en te groeien binnen een gemeenschap, tenminste als je later
iets wilt betekenen voor diezelfde gemeenschap. Daarvoor dienen met name
onze bezinnings-bijeenkomsten. De menselijke na-ijver en afgunst die je
daarin ervaart helpt je het hart te zuiveren en ruimte leren maken voor
anderen.
Een derde pijler is het intellectuele leven.
Je kunt naar een ‘School voor Spiritualiteit’ gaan die gewoonlijk twee a
drie jaar duurt. Je gaat daarbij op zoek naar je diepste zelf: Wie ben
ik werkelijk? Wat is mijn roeping? Mijn bestemming?Het gaat in deze
zoektocht om persoonlijke processen van bewustwording, die meestal
langdurig van aard zijn. Over het algemeen is in deze zoektocht sprake
van een sluimerend verlangen. Concrete gebeurtenissen of problemen
kunnen de aanleiding vormen voor het doorzoeken van de eigen ziel, maar
vormen niet de kern er van
(vgl. Brochure TBI-Nijmegen)
School voor spiritualiteit
Onze samenleving schreeuwt om spiritueel geïnspireerde mensen, die
kunnen fungeren als begeleiders op de geestelijke weg die mensen gaan.
De school voor spiritualiteit leidt tot dieper inzicht in de
verschillende spirituele velden en processen. Deze leerroutes zijn
bedoeld voor iedereen die wil leven en werken vanuit werkelijke
bezieling. Dit kan zijn op het terrein van de zorg, het bedrijfsleven,
het onderwijs, het pastoraat of van religieuze instituten enz. Kortom,
in iedere omgeving waar mensen op zoek zijn naar zingeving.(Vgl.
Brochure-TBI)
De vierde pijler is wat wij het apostolisch leven noemen.
Dat gebeurt op de eerste plaats in het eigen beroepsleven van werk en in
de rollen die men zelf in de maatschappij vervult. S ‘avonds en/of in de
weekenden gaan de leke-religieuzen naar een parochie waar ze wonen, om
vanuit hun doopsel en vormsel actief te worden in de pastoraat. In volle
toewijding aan het werk hopen zij dat hun goede eigenschappen en hun
tekorten zichtbaar worden voor hen zelf. Zo hopen zij te ontdekken wat
nog verbetering behoeft en wat in hun persoonlijkheid de moeite waard is
om verder te ontwikkelen. Kortom, ze krijgen concreet de mogelijkheid om
hun eigen gave en eigenheid te kunnen ontdekken. Dat betreft zowel de
identiteit en charisma van de geestelijke familie als geheel alsook de
gaven en talenten van zichzelf persoonlijk. Natuurlijk moeten al deze
vier pijlers geïntegreerd worden en hopen wij dat ze elkaar wederzijds
beïnvloeden. Het gaat om mensen van allerlei soorten levensstaten waarin
ze zich bevinden en dus ook als ze getrouwd zijn of niet.
|