26-Door het jaar-C Luk.16,19-31
+website-
www.bewustchristen.nl -2007-spirituele
overweging-w.boerkamp o.carm.-groen
Aan het einde van een katholieke
uitvaartsmis. Als de dode wordt uitgedragen uit de kerk, dan
wordt de rituele begeleidingszang van In Paradisum gezongen:
Moge Gods engelen U naar het paradijs begeleiden. De
gestorvene zal daar de martelaren aantreffen, zo zingen alle
aanwezigen, en de eertijds zo arme Lazarus, die voor de
poort van de rijke lag. Zonder hem is immers de hemelse
zaligheid ondenkbaar. Gods engelen hebben hem op hun
vleugels tot in Abrahams schoot gedragen en hem in de
intiemste en volmaaktste sfeer van God in de hemel gebracht.
De rijke doet denken aan een
Egyptisch sprookje: Er was eens een rijk man en iemand die
zo arm was als Lazarus. De rijke heeft zichzelf bedekt met
koninklijke kleren die keizerlijk aandoen. Daarentegen wordt
de arme bekleed met zweren en hij wordt gelikt door de
honden. De rijke is schatrijk, terwijl de arme 24 uur per
dag voor zijn stoep ligt. Wist hij dat die arme daar lag?
Hij had er natuurlijk zelf achter moeten komen. Zijn deur
kan alleen van binnenuit geopend worden, net als de ziel,
die alleen dan voor God bereikbaar is. Heeft hij misschien
wel even stiekem open gedaan en gekeken, maar weigerde hij
daarna God te helpen om die arme op te vangen? Bij in- en
uitgaan moet hij hem toch gezien hebben zo vlak voor de deur?
Of heeft Hij die arme en daarmee zelfs God weggestuurd? Het
mooie van dit verhaal is, dat we het niet weten. Het is open
gelaten en je mag het zelf met je eigen leven in vullen. Wat
zou jij doen? Wat doe ik in feite? Als wij de rijke zijn,
zien wij dan de arme om ons heen? In de dood zal alles wel
recht getrokken worden, want God is barmhartig, maar dat kan
alleen in dit kortstondig aards leven beklonken worden. In
dit leven moet je de medemens zien staan en open staan. Jij
bent zelf de rijke en de ander is de arme en hij heeft een
naam. Je kunt niet zeggen dat je hem niet kent. Jij hebt
hier op aarde misschien naam, maar het gaat er om, dat je
voor de eeuwigheid naam maakt en dat je door God gekend
wordt: dat je naam staan opgetekend in de hemel..
Lazarus(=God helpt) en de rijke man
zonder naam. Je kunt het verhaal ook de parabel van de zes
broers noemen, die niet te bereiken zijn door God omdat ze
zich van Hem afsluiten. Ook die ene rijke broer kan na zijn
dood niets meer aan die andere vijf doen, die nog in leven
zijn: geen enkele misintentie helpt meer. De rijke ziet
Lazarus niet en heeft geen naam. Hij laat zich niet zien en
krijgt geen gezicht. Lazarus draagt wel een naam en die
betekent: God helpt en redt, mits je leeft volgens de Wet en
de Profeten. Het is zelfs de bedoeling dat je God hier op
aarde helpt. Lazarus ligt als een klemmende oproep van God
voor de poort van de rijke. Hij ligt daar als een vraag uit
de hemel om waar te maken dat God helpt.
Ommekeer van het menselijk lot in
het hiernamaals. Er gebeurt echt iets in het verhaal tussen
God en mens en tussen mensen onderling. Er vindt hier een
omkering plaats van het menselijk lot in het hiernamaals. En
de poort wordt in het verhaal gaandeweg een absoluut
onoverbrugbare kloof. Aan het eind blijkt dat je beter kunt
luisteren naar God, dan dat je let op spectaculaire tekens.
De rijke wil na zijn dood wel profeet spelen voor eigen
broers, maar het is te laat. Lazarus, dat wil zeggen de
armen, dat zijn de echte profeten hier op aarde. En die heb
je altijd vlak bij de voordeur of om de hoek liggen. En
juist die zullen ook op het einde samen met God oordelen
over de rijken.
In het sterven is ieder mens gelijk
aan de ander. De dood haalt elke mens in, Lazarus evengoed
als de rijke. Lazarus krijgt bij zijn dood wat hij miste; de
rijke mist nu wat hij bezat. De rijke gaat dood en heeft
zijn kans laten liggen. Als hij nu in het hiernamaals wel
zijn ogen opslaat voor zichzelf is het te laat. Naar de hel
met de rijken, die de armen in hun poort laten verrekken.
Laat God mij toch helpen om verkoeling te brengen, zo bidt
hij nog. Maar het is te laat. Nu zijn de bordjes verhangen
en is hij de bedelaar. De man die elke dag wijn dronk uit
grote brede schalen, die krijgt nu geen vingerhoedje water,
laat staan een beker koud water. Nu zijn de rollen volkomen
omgedraaid. De kloof is met de dood absoluut onoverbrugbaar
geworden. Zo hebt U het zelf gewild, zegt God dan, en zo
bent u het blijven willen in uw leven. Welnu, zegt God, jou
wil geschiedt op aarde zoals nu ook in de hemel. Op aarde
was er nog een weg en die is er nu niet meer. Hij is totaal
verloren en wil zijn vijf broers nog roepen, maar het is te
laat. Je moet God dienen door je over je naaste te ontfermen
en dat deed je niet. Vijf boeken van Moses voor vijf mannen,
als dat nog niet genoeg is. Dan zullen ze zich ook niet
laten gezeggen door iemand die uit de doden opstaat.
Het hier-na-maals begint in het
hier-nu-maals De dood maakt alles definitief en de rijke
heeft zijn kans op aarde laten schieten. Lazarus lag
voortdurend als een profeet voor de rijke aan de poort, maar
hij heeft hem niet opgemerkt, omdat deze geen aanzien en
geen gestalte had. De arme kan de rijke uit zijn isolement
halen, maar die moet het wel willen zien. De rijke wil zelfs
na zijn dood de armen nog gebruiken voor zichzelf en voor
zijn broers Bovendien kunnen levenden en doden wel degelijk
iets voor elkaar betekenen. In ieder geval kunnen levenden
hier op aarde iets voor elkaar doen. En zo op die manier God
helpen, maar we laten de kans vaak voorbij gaan. Het geloof
van een mens is ook niet af te dwingen door een stuntwonder.
Zelfs de opwekking van Lazarus uit zijn graf door Jezus
maakt weinig indruk. Jezus, die meer was dan een profeet,
werd er nog eerder door gevangen genomen. Zijn hele
levensloop werd na zijn dood ”Het verhaal van een levende “
genoemd, dat door velen niet werd geloofd: d.w.z. de kloof
bleef. Bidden wij dat ons dat niet mag overkomen. Amen. HET
HIERNAMAALS BEGINT IN HET HIERNUMAALS
De hemel begint al hier en nu in
dit leven Je denkt vaak dat de hemel pas na de dood begint.
Als je tenminste nog in de hemel gelooft. Vandaag wordt ons
echter pijnlijk duidelijk gemaakt, dat het eeuwig leven niet
pas in het hier-na-maals, maar juist in het hier-nu-maals
begint (=woord niet in computer) Het leven op aarde is
onlosmakelijk verbonden met wat hierna komt. Alles wat wij
hier aan goeds doen op deze aarde heeft eeuwigheidswaarde op
de harde schijf in de computer van God. En eenmaal na de
dood is er niets meer aan te veranderen en valt er een
absolute diepe en onoverbrugbare kloof. Het gaat er dus om
hoe God nu op aarde aankijkt tegen wat er allemaal gebeurt
tussen mensen. Hoe kijkt God er bij voorbeeld tegen aan als
een rijke een arme constant voor zijn voordeur laat liggen?
Dan help je God niet om er hier op aarde vast een hemel van
te maken.
Het gevaar dreigt dat de kloof
blijft in de hemel Als rijken alleen maar met rijken willen
omgaan en armen alleen met armen, en middenstanders alleen
met middenstanders, en autochtonen alleen maar met
autochtonen en allochtonen alleen maar met allochtonen als
waren het allemaal alleen maar gesloten circuits. Daarbij
kun je ook in het groot denken aan de zich globaliserende
gesloten economische bolwerken, zoals het rijke Europa en de
arme continenten. De groeiende kloof tussen het rijke
Noorden en het arme Zuiden, Het rijke Westen en arme Oosten,
dat als maar achterop komt.
Het voorlezen van dit verhaal
veroorzaakt een pijnlijke stilte Je denk al gauw dat het
verhaal zo bekend en vertrouwd is, dat het je niets meer
zegt en niets meer oproept. Je wordt er moedeloos van, want
luisteren naar profeten dat doen we nog steeds niet. En die
grote kloof tussen arm en rijk is ons ook al lang bekend. En
die wordt alleen maar groter. Er is sinds de club van Rome
begin jaren Zeventig is er alleen maar een schaalvergroting
opgetreden. Arme landen liggen immers nog steeds voor de
poorten van rijke landen, ondanks dat de Kerk in het Heilig
Jubileumjaar 2000 heeft voorgesteld om de schuldenlast van
de derde wereld kwijt te schelden. De tweedeling in ons eign
land wordt ook als maar meer. En ook een kloof tussen wel en
geen computerkennis. Je weet het langzamerhand wel en je
weet het maar al te goed. En hoe stiller het wordt na het
voorlezen van de tekst, hoe schrijnender de beelden zijn die
je op de televisie ziet. Maar er zijn zo nu en dan ook
lichtpuntjes. Eindelijk heeft de VN zich nu ontfermd over
Soedan. Nu kunnen we het nog doen en God helpen. Na de dood
gaapt er voorgoed een wijde kloof. Dat woord voorgoed klinkt
zo hard en definitief en dat is het ook. Het is onomkeerbaar
en we worden vandaag niet gespaard. Alleen Mozes en de
profeten kunnen ons nog helpen. En dat is in feite niemand
anders dan de arme zelf. Die heeft een naam Lazarus wat
betekent: God helpt. Alleen de arme-met-God kan de
rijke-zonder-God nog helpen. In de eerste lezing is dat de
Profeet Amos die de rijken aanklaagt.(6,1a.4-7)
Hoe komen zulke kloven eigenlijk
tot stand tussen mensen? Wij denken vaak eerst aan die grote
wereldwijde kloven, Maar die kloven bestaan ook in onze
verhouding van mens tot medemens. Zo zijn er mensen die
beslist niet meer met elkaar willen praten. Of die elkaar
niet meer willen zien. Of mensen die misschien wel in een
huis bij elkaar wonen, maar die eigenlijk geen kontact meer
met elkaar willen hebben. Meestal weet je zelf wel waar het
aan ligt. Maar je bent zo gehecht aan jouw kijk op de
situatie, dat je jezelf nog liever laat pijnigen door
allerlei gedachten, die dagelijks door je hoofd malen.
Eigenlijk zou je er eens met de ogen van God tegenaan moeten
kijken. Dan zie je heel andere perspectieven. Want
uiteindelijk worden we beoordeeld op de liefde en of wij de
ander het leven hebben mogelijk gemaakt. Bidden wij dat wij
de ernstige waarschuwing uit het evangelie van vandaag
serieus nemen in ons leven en niet vluchten in
schijnzekerheden.
Schijnzekerheden bestrijden door te
bidden Ik heb van mensen gehoord, dat ze bij het zien van
die beelden uit Amerika van die twin-towers die in elkaar
zakten spontaan begonnen te bidden. Met open ogen biddend de
confrontatie aangaan met God en het kwaad. Over die diepe
kloof heen biddend verbinding zoeken. Daar liggen krachten
die wij niet kunnen vermoeden. Altijd en overal op de hele
wereld zijn er mensen aan het bidden Doorheen alle vormen
van geweld en aanslagen. Zo worden de noden van alle mensen
voor God gebracht. Wij kunnen daar aan mee doen. Dat schept
wereldwijd een band tegen het kwaad. Zo worden wij opnieuw
gehecht in God en verlost van onze schijnzekerheden. In het
bidden worden onze ogen geopend voor Gods kijk op de wereld.
En Gods kijk is verlossend en bevrijdend anders dan die van
mensen. In dat bidden wordt ook aan iedere persoon duidelijk
welk antwoord van ieder persoonlijk gevraagd wordt om mee te
werken aan het dichten van kloven tussen mensen bij mij in
de buurt. Amen