13-door het jaar-C
Luk.9, 51-62
+website –
www.bewustchristen.nl -2013- spirituele overweging –w.boerkamp o.carm.-groen
(wat langere meditatie voor de vakantietijd!)
Achter Mij aan!
Volg mij en probeer op mijn spoor te komen!
Het is net als bij het ploegen: niet achterom kijken.
Kijk ook niet te veel omhoog naar de hemel
en verwacht geen teken uit de hoogte, maar probeer
met beide benen op de grond te lopen: stap voor stap in mijn
voetspoor.
In die sfeer nodigt Jezus ons vandaag uit om Hem te volgen
en dat vraagt de inzet van heel je persoon.
Er wordt een concentratie van je gevraagd als van een goede
ploeger.
Het gaat daarbij niet om de grootte van de stappen,
maar om de inzet en toewijding waarmee ze gezet worden.
Dat vraagt wel om een zekere radicaliteit en vastberadenheid
in je eigen keuze, stap voor stap verder op de weg die bij jou
past.
Misschien kan het dan ook in de vakantietijd wel (JT)
Ik zal je volgen, waar je ook gaat.
Ja, maar weet wel waar je aan begint.
Vossen hebben holen en vogels hebben nesten,
maar mensen hebben op deze wereld geen vaste plaats
om je hoofd op neer te leggen, want het leven is een weg die
je gaat met God
en tegelijk wordt het gaande-de-weg een geestelijke Weg die
God met jou gaat.
Tegelijk met Jezus gaat ook je eigen geloof mee op reis
en dat persoonlijk geloof verandert en verdiept zich
voortdurend.
Er ligt niets meer vast onderweg, want alles is in beweging en
dat moet ook.
Als je Jezus navolgt zit je het ene ogenblik hier en het
volgende ogenblik
in een ander dorp of stad of situatie en omstandigheid.
Je hoeft je ouders natuurlijk niet voor dood te laten liggen,
maar je moet niet meer op een onvruchtbare manier vast blijven
zitten
aan wat van vroeger is, aan wat dood is en dus geen toekomst
meer heeft:
laat de doden als het ware hun eigen doden begraven,
maar jij, ga heen en verkondig het koninkrijk Gods:
die nieuwe maatschappij die God op het oog heeft.
Laat mensen die geestelijk al dood zijn maar rouwen
om mensen die geestelijk niets meer betekenen op deze wereld.
Ik zal U volgen, Heer, maar
laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten.
Dat vraagt in de eerste lezing van deze zondag Elisa ook aan
Elia,
toen die hem buiten op het veld de profetenmantel had
omgeworpen:
Laat mij nog even mijn vader en moeder kussen.(
IKon.19,16b.19-21)
Maar Elia geeft hem te verstaan dat God hem roept
en dat hij voortaan aan een ander toebehoort
en dat hij alleen zo de profetenmantel kan dragen.
Daarop slacht Elisa nota bene het span ossen waarmee hij aan
het ploegen is,
bereid het vlees op het hout van de ploeg,
geeft er van te eten aan allen die met hem op het land zijn en
volgt Elia.
Dus niemand die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar wat
achter hem ligt,
is geschikt voor het koninkrijk van God.
Wie als een ploeger steeds omziet naar het spoor dat hij trekt
in zijn leven
in plaats van vooruit te kijken naar de toekomst, die groeit
scheef in zijn leven.
Hoe hechter je je verbonden weet met de Eeuwige (NT)
die met jou op reis gaat in je leven, met hoe meer onthechting
kun je reizen.
Laat je niet door zelfzucht leiden, maar leef naar de Geest
van liefde
Je wordt geroepen om een vrij mens te zijn en om de ander te
beminnen als jezelf.
Wat mijn zelfzucht wil is strijdig met wat de H.Geest in mij
wil.
Het verlangen van de H.Geest in mij komt in botsing met mijn
egoïsme en omgekeerd.
Die twee liggen met elkaar overhoop, zodat ik niet doe wat ik
zou willen doen.
Zo zegt vandaag de tussenlezing, de echo van de eerste
verkondiging (Gal.5,1.13-18)
God bewaar mij als ik mijn toevlucht bij Jou zoek,
die ik mijn Heer noem staat mij voor ogen,
ik wankel niet, zijn hand houdt mij vast. Zo zegt de psalm van
de zondag (psalm 16)
Weet dus wel waar je aan begint en denk eerst goed na, want
het vraagt veel.
Het kan je leven helemaal op de kop zetten, zoals Petrus heeft
ervaren,
Die werd gekruisigd met het hoofd naar beneden en Paulus werd
onthoofd.(29 juni)
Het hoeft niet en je hoeft ook niet volmaakt te zijn, zoals
Petrus laat zien.
Je bent en blijft altijd een leerling en tevens een pelgrim,
die nog onderweg is.
Christen ben je nooit helemaal, je kunt het alleen maar
gaandeweg worden
Gaandeweg je leven maak je keuzes die steeds dieper gaan.
Het begint met het doopsel, maar het gaat niet altijd zonder
moeilijkheden.
Die eerste keuze maakt gelijk het verschil met anderen zoals
eeuwige singels.
Die blijven langs de weg zitten en komen nooit op die weg, ook
al komt Jezus zelf langs.
Gaandeweg het leven krijgt deze beslissing dus de kans zich
verdiepen .
In de tijd van de jonge kerk van Lukas
waren er blijkbaar ook al van die mensen
die zich bekeerd hadden, maar later toch de stap nooit echt
hebben durven zetten of het als maar uitstelden en
uiteindelijk afhaakten.
Maar een keer moet je toch die fundamentele grondkeuze maken,
die later in het leven steeds opnieuw bevestigd wordt,
zoals we ook zien in het leven van Jezus zelf.
Je moet weten waar het Hem om gaat en klamp je daar maar aan
vast.
Uiteindelijk zul je ervaren, dat je de goede weg gekozen hebt.
Wetend wat de risico’s zijn en toch op weg gaan.
In de geschiedenis van de kerk zijn er zelfs mensen ,
die zich pas op hun sterfbed lieten dopen, om zeker van hun
keuze te zijn.
Onderweg nergens aan vast blijven zitten
Met dit soort raadgevingen nodigt Jezus zijn leerlingen
en ook ons uit om Hem vastberaden te volgen.
Het zijn radicale eisen, die vooral jongeren vandaag de dag
erg aanspreken.
Jezus gaat zelf ook als dertig plusser vastberaden op weg naar
Jeruzalem.
Daar zal Hij uiteindelijk sterven, verrijzen en ten hemel
worden opgenomen.
Jeruzalem is zijn doel en onderweg gebeurt er van alles en nog
wat.
Het hele evangelie van Lucas is eigenlijk een reis-verhaal net
als je levensloop.
Onthechting van alles en iedereen is voorwaarde om Jezus te
kunnen volgen.
Onze christelijke godsdienst is geen theorie.
Nee, het is een concrete weg, die je gaat in je eigen leven in
het voetspoor van Jezus.
En het gaat om de daadwerkelijke navolging van Christus, zou
Thomas a Kempis zeggen.
Mijn levensloop is een weg die God met mij gaat.
We hebben vandaag te maken met een stukje reisverhaal van
Lukas.
Het is een soort beeld en metafoor voor wat wij meemaken in
ons concrete leven.
Op weg gaan spreekt ons misschien erg aan,
vooral nu de zomer is begonnen, de vakantietijd er aan komt en
allerlei mensen wegtrekken. Je kiest een bepaalde weg naar je
vakantiebestemming,
maar als je eenmaal op weg bent dan kiest die weg jou ook.
Je kunt niet zomaar terug en de weg kan zelfs met jouw aan de
haal gaan,
vooral wanneer je allerlei omwegen moet nemen bij
wegversperringen.
In alle godsdiensten wordt het leven van de mens voorgesteld
als een weg die je gaat.
Van oudsher heten mensen ook reizigers (KW)
De eerste christenen heten dan ook ”Aanhangers van de Weg”,
die Christus wordt genoemd.
Jezus stelt zich zelf ook voor als de weg, de waarheid en het
leven.
Voor zijn eerste volgelingen gaat het om de concrete weg,
die Jezus zelf is gegaan in zijn leven en het gaat er om in
zijn voetsporen te treden.
Bedenk daarbij wel, je bent niet de eerste in het gevolg van
Jezus
Als kerk zijn wij al meer dan 2000 jaar onderweg als:
Het mysterieuze Volk-van-God-onderweg:
Het mysterieuze Godsvolk onderweg, zoals het concilie in de
zestiger jaren zegt.
Pelgrimeren zit ons mensen in het bloed,
net als bij onze eerste missionarissen Willebrord en Lebuinus,
Bonifatius, die meer dan 1250 jaar geleden werd vermoord in
Dokkum
En dat heen en weer trekken komt,
omdat wij hier op aarde geen vaste woonplaats hebben.
Wij mensen zijn slechts passanten en vreemdelingen op deze
wereld.
Die mobiliteit zal met de toenemende globalisering alleen nog
groter worden.
Alle moderne nomaden die in onze overgangstijd ons land binnen
komen
maken ons daar steeds meer van bewust.
Zij allen dragen onderweg het kleed van Christus,
die geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen.
Elke mobieltje dat wij horen afgaan in de openbare ruimte
herinnert ons aan die mobiliteit.
We bewegen ons voortdurend van het ene naar het andere.
En juist in dat voorbijgaan gebeurt het en moeten wij het waar
maken.
Daar moeten wij God telkens op het spoor zien te komen .
Het verlangen naar God drijft ons op weg te gaan
Die mobiliteit is vandaag de dag erg in.
Zij gaat terug op een diep verlangen, dat ons van binnen
drijft naar God.
Onder deze hang naar op-weg-willen-zijn zit een diep verlangen
in de mens,
dat niet te doorgronden is en altijd geheim blijft.
Blijkbaar zijn wij zo geschapen om op-weg-te-zijn en eenmaal
thuis te komen.
In het bewustzijn, dat wij van God zijn uitgegaan en naar Hem
terug keren,
totdat wij eenmaal thuis komen, thuis worden gebracht door God
zelf.
God is het die met ieder van ons een eigen concrete weg gaat
door het leven.
Het-op-weg-gaan en het pelgrimeren zelf is al een invulling
van dit verlangen.
Dit verlangen is ons altijd vooruit en het heeft ons
voortdurend in de greep.
Uiteindelijk is een mens verlangen naar voorwaarts,
verder willen, meer willen, onvoldaan zijn, altijd op weg zijn.
In ons leven gaat het dus meer om de tocht zelf
en om het onderweg zijn in het voetspoor van Jezus,
dan dat het gaat om het aankomen op de plaats van bestemming.
Juist een vakantietocht, een pelgrimstocht of een spirituele
reis, dat tegenwoordig erg in is, kan ons gevoelig maken voor
het leven-als-een-weg-die-je-gaat:
Dan gaat het om een vakantietocht als spirituele oefening op
je levensweg.
Het concrete leven als vindplaats van God.
Ik herinner mij nog hoe ik als klein kind voor de eerste keer
in een trein zat.
Er kwam een dikke pater in bruine pij met een wit koord vlak
tegenover ons zitten .
Mijn moeder raakte direct met hem aan de praat en ik zat mijn
ogen uit te kijken.
Hij gaf mij veel te denken aan dood en vergankelijkheid en
voorbijgaan van deze wereld.
Op de reis van ons leven kan er zo dus van alles gebeuren.
Je kunt zelfs verliefd worden onderweg in je leven.
Zowel fijne als nare dingen kun je tegenkomen.
Zo kun je geraakt worden door bepaalde mensen, situaties en
omstandigheden
ergens bij blijven stil staan of ergens bij blijven haken.
We komen mensen tegen die ons al of niet zien staan
Of die ons liever zien gaan dan komen.
Bepaalde mensen kunnen onderweg een beroep op je doen en je
voorgaan op de weg.
Het leven zelf zoals zich aan ons voor doet en zich vormt
is de vorm waarin de relatie tussen God en mij gestalte krijgt.
De gewone alledaagse weg van het leven als bron van inspiratie.
Op de weg tussen geboorte en dood ontvouwt zich het leven
en daarin zijn ook bepaalde ijkpunten aan te wijzen.(KW)
Dan moet je denken aan de wording van de mens bij geboorte,
de vorming die je krijgt in je opvoeding,
de manier waarop de mens woont en intimiteit vorm geeft,
Het dagelijkse werk en de relaties die ik krijg en aanga en
onderhoud,
De directe leefomgeving en het leven met al zijn kwetsbare
kanten.
In al die situaties wordt inspiratie of spiritualiteit geboren.
In mijn concrete werkelijkheid zoals die is en in mijn
barmhartigheid
wordt mijn verhouding tot God gecultiveerd.
Kortom, het gaat om de manier waarop ik omga met leven en dood.
Het gewone leven zoals zich dat aan mij voltrekt vanaf de
moederschoot.
De groei in spiritualiteit vanuit allerlei negatieve en
positieve aspecten van mijn leven.
Het gaat om mijn leven zelf zoals zich dat omvormt in God.
Juist daarin zit zoveel, dat ons uitdaagt en prikkelt en wat
ons bewust maakt
Het gewone alledaagse leven als bon van inspiratie voor gewone
mensen.
Dat noemen van de spiritualiteit van de leek:
waarin het leven wordt afgepeld tot op de kern
Biddend dichtbij het leven blijven zoals zich dat concreet aan
mij voltrekt.
Dat is Uit-beeld-ing van Christus-als-levensweg.(T-K)
Moge dat aan ieder van ons persoonlijk voltrokken worden. Amen
|
|