JUBILEJNO SVETO LETO 2000 - KAZALO

klik op afbeelding om te vergroten

POORT VAN HET GELOVEN VOOR JONGEREN (art.5 en slot)

 

 

(Week van de eenheid van de Christenen)

Dag van het Jodendom in de kerk (17 jan.)
"God van onze vaderen en moederen in het geloven,
U koos Abraham en Sara en hun nakomelingen uit
om de kracht van uw naam tot de volkeren te brengen.
Wij, Christenen, willen ons verplichten tot eenheid in gebed met hen
en tot een zuivere broederschap en zusterschap met hen
en tot dienstbaarheid samen met het Volk van het Verbond."

Jezus van Nazareth is een Zoon van Abraham
Als Christenen mogen wij nooit vergeten ,
dat Jezus van Nazareth een Zoon van het Joodse volk is.
Via Jozef en Maria is hij geworteld in de Joodse Traditie van de God
van Aabraham, Izaaak, Jacob en die van Mozes en de Profeten.
Door onze ontmoering met het Jodendom gaan wij Jezus beter begrijpen.
De Joden zijn onze eerste en oudste vaders en moeders in het geloven
en zij zijn tevens onze oudste broers en zussen in het geloven .
De uittocht van het uitverkoren volk uit het land van de slavernij van Egypte
staat voor ons model tot en met hun komst in het Beloofde land.

Aan De Joden behoort de aanneming tot kind van God !
Uit hen komt de Christus voort naar het vlees, zegt Paulus.(Rom.9,4-5)
Uit het joodse volk zijn ook de apostelen geboren, de fundamenten
en de zuilen van de kerk, en zeer vele van die eerste leerlingen,
die het evangelie van Christus aan de wereld hebben verkondigd.
Wij worden gevoed vanuit de wortel van de groene olijfboom,
waarop wij 'als wilde olijftakken' van de heidenen zijn geent.
Door het Kruis heeft Christus ons samen tot verzoening gebracht
en beiden een gemaakt met zichzelf, zoals het tweede Vaticaans Concilie zegt.
Door het lezen, vieren en beleven van de H.Schrift en daarover nadenken
met ons verstand blijven wij vitaal verbonden met de Jooodse godsdienst.

Deze joodse godsdienst is nog steeds een levende godsdienst.
De feesten die Jezus vierde (b.v.het Joodse Pasen) worden nog steeds gevierd.(vgl. Psalmen)
De synagoge met het zo geaamde Joodse Leerhuis bestaat nog steeds.
Het geloofsgesprek is wezenlijk voor de Joodse Godsdienst
en vooral als ze er zelf niet uit komen voegt de Meester zich bij hen
en opent voor hen de Schriften ( Vgl. Luk.24,13-35)
Het Jodendom is meer een godsdienst om te doen dan om te belijden.
In de praktische leefregels ligt een diepe wijsheid besloten.(vgl. Boek der Spreuken)
Deze levenswijsheid straalt ook uit naar andere terreinen van het leven.
In gesprek met Jezus gaat het in het evangelie soms
over hoofd- en bijzaken en over een geloofwaardig voorbeeld
en niet over het wezenlijke van de tien geboden.

De verantwoordelijkheid voor de dood van Jezus Christus
Deze veantwoordelikheid ligt bij de hogepriesters en de Romeinen.
De kruisiging was een Romeinse straf van de keizer van Rome.
De farizeeen komen in het Lijdenverhaal niet voor, in geen van de vier evangelies.
"Weliswaar hebben de Joodse autoriteiten en hun aanhangers
op de dood van Christus aangedrongen, maar de gebeurtenissen tijdens zijn lijden
kan men niet ten laste leggen aan de hedendaagse Joden
en niet zonder onderscheid aan de toen levende Joden"
(Vgl.het schrijven van Vaticanum II in Nostra Aetate-4)

Jezus heeft de kern van de joodse godsdienst weer bloot gelegd.
Hij noemde God zijn 'Vader' met wie je een intieme relatie ikunt hebben
in geloof, hoop en liefde en andersom ook: God is uiteindelijk 'liefde'.
Zo voelde hij zich zelf helemaal Kind-van-God worden in zijn leven.
In heel Gods volheid heeft hij na zijn dood de H.Geest van God nagelaten.
Ook wij kunnen -net als jezus- zelf op een actief-passieve wijze
in die Drie-eenheid van God de 'Vader-zoon/dochter-geest' gaan staan.

Jezus heeft het Joodse Pasen op een profetische wijze op zichzelf betrokken.
Het gaat niet meer om brandoffers van dieren in de tempel
en je kunt je nergens meer achter verschuilen.
Onder het laatste avondmaal op het Joodse paasfeest met zijn leerlingen zegt Hij:
"Dit joodse paasbrood is mijn eigen lichaam
en deze joodse paasbeker is mijn eigen bloed".
De dag daarna - op wat wij nu Goede Vrijdag noemen - is hij mettterdaad overgeleverd.
Hij is dus niet gestorven tussen twee kandelaars in het kerkgebouw,
maar tussen twee moordenaars in het volle leven: daar moet je Hem zoeken.

Voortaan gaat het om de inzet van je eigen persoon.
Een open hart voor God en medemens -met liefde als midden-
Dat is het enigste offer wat God welgevallig is en dat is al heel wat.
In onze katholieke kerk is Jezus zelf onze gastheer in de eucharistieviering.
De plaatselijke kerk is dus geen supermarkt van de pastoor met eigen klanten.
Wij doen alles samen in de kerk met een priester als mystagoog die ons voorgaat.
Wij zijn een volk van koningen, priesters en profeten voor het Gelaat van God
Wij doen alles in Jezus naam en Hij is tegelijk de enigste hogepriester.(vgl.Hebr.)
Hij is zelf de offergave aan God, die tegelijk onze eigen offergave mee neemt
en Hij is zelf het altaar waarlangs wij bij God in hemel komen.
Wat toen gebeurde gebeurt tegelijk hier en nu, want bij God bestaat geen tijd.
Als wij te commuinie gaan voltooien wij de zg.consecratie en worden wij
zelf ook geconsacreerd als leden van het Lichaam van Christus in deze wereld.