5-Door het jaar-C-1
Lukas Hst.5,1-11
+website-www.bewustchristen.nl-2007-spirituele
overweging-w.boerkamp o.carm.
Je wordt geroepen
De eerste volgelingen van Rabbi Jezus laten alles achter om
Hem te volgen. Hoe kan dat en hoe gaat dat en hoe wordt iemand
geroepen Wat doet je dat en hoe voel je je dan in de
geloofsgemeenschap? Je wordt als een vis gevangen in een net,
zo lijkt het vandaag in het verhaal van de wonderbare
visvangst. Net als Petrus voel je jezelf eerst zondig en
heilig tegelijk. Je wordt door God aangesproken en geraakt
Meestal gebeurt dat in het alledaagse leven en werk. Bijna
ongemerkt kom je bij Jezus in het boot zitten en loop je in de
fuik van God zoals Petrus vandaag doet. Wat is roeping
eigenlijk, wie roept en wie worden er geroepen?
Je komt als geroepen
Je kunt je eigen leven zien als een roeping vanuit geboorte.
Zo kun je je persoonlijk leven zien als een gave en opgave.
Als christen krijg je een roeping vanuit de drievoudige
inwijdingssacramenten van het Doopsel, Vormsel en Eucharistie.
Daarna kun je jezelf geroepen voelen tot een christelijk
huwelijk of tot een nieuwe religieuze beweging als de
Karmelbeweging -een van de 40 nieuwe religieuze bewegingen van
jongeren- en/of je kunt je geroepen weten vanuit een
kerkelijke zending als priester, diaken en/of pastoraal
werkster (-ster) of – vrijwilliger.
Misschien vraag je je af hoe je met anderen praat over je
roeping. Met wie ga je in gesprek en wat zijn de kansen en
mogelijkheden in gesprekken met jongeren, bruidsparen,
doopouders,
gezinnen, alleen-gaanden, ouderen en vrijwilligers. Hoe ga je
in gesprek en hoe herken je kerkelijke roepingen en hoe toets
je een kerkelijke roeping?
Je verkoopt je ziel als je komt
In het evangelie van vandaag staat Petrus voor ons model om
van te leren. Pas na de dood van Jezus varen de leerlingen als
het ware naar het diepe en gooien daar hun netten uit om te
vissen. Pas dan voelen velen zich aangetrokken tot de
Jezus-Beweging. Als de netten van de eerste Christelijke
gemeenschappen zo vol raken met nieuwe volgelingen van Jezus
dat ze dreigen te gaan scheuren. Het maakt diepe indruk op de
eerste leerlingen, met name ook op Petrus. Ontzetting grijpt
hem aan en hij krijgt diep ontzag voor die
Mensen-Visser-Jezus,
die zelfs na zijn dood nog mensen levend opvangt en bij elkaar
vangt.
Petrus heeft Hem echter op het kritieke moment nog wel drie
keer verloochend. Hij weet zich dan ook zondig en voelt zijn
eigen tekortkomingen. Ook daarin staat hij vandaag voor ons
model voor hoe iemand geroepen wordt. Een geroepene is immers
iemand, die weet heeft van zijn eigen zondigheid en
beperktheid. Niettemin gelooft hij of zij in Gods aanwezigheid
in zichzelf. Juist van daaruit kan er van Godswege een appel
uitgaan naar jezelf Petrus laat tijdens het vissen alles varen
om zich onverdeeld te wijden aan de nieuwe visonderneming van
Jezus, die na zijn dood een zaak-van-God-zelf blijkt te zijn.
Hij raakt er helemaal van in de ban. Hij heeft zijn ziel
verkocht en komt als bekeerd en volgt.
In je overgave komt God je nabij. Een geroepene heeft ervaren
dat je het niet zelf doet. Daarom kan Paulus ook heel sterk
zeggen: uit mijzelf kan ik niets, maar ik kan alles in Hem die
mij versterkt. Hij voelt zichzelf als het ware een
misgeboorte.(I Kor.15,1-11) Alleen door de genade van God ben
ik wat ik ben en Gods genade aan mij is met mij niet te
vergeefs geweest. Heilig, Heilig, Heilig, de Heer der Hemelse
machten. Heel de aarde is vol van zijn glorie, zoals Jesaja
vandaag ziet in een hemels visioen. (Jes. 6,1-8) Alsof je
onreine lippen met glooiende kolen worden gereinigd, zodat je
zonden zijn verdwenen en je misstappen zijn vergeten. Pas dan
kun je zeggen tegen God: Hier ben ik, zend mij! Zoiets moet
Petrus ook gevoeld hebben bij zijn eerste prediking. Het is de
verrezen Heer zelf die Hem bezielt en die er voor zorgt dat de
Jezus-Beweging vanaf het eerste Pinksterfeest groeit als kool.
Hij schrikt van de kracht van zijn eigen prediking. Is juist
dat niet het werk van die grote mensenvisser en heeft die daar
niet de hand in? Zo vissen ze naar Gods kracht die na Pasen in
hen zelf schuil gaat. In het bewustzijn van eigen beperktheid
en zondigheid. Geloven lijkt wel een beetje op zwemmen en in
het apostolaat gaat het om mensen levend op te vissen.
Op Gods woord uitvaren naar de diepere onderstromen in jezelf.
Waar je jezelf verbonden voelt met de oorsprong van het leven.
Waar je jezelf kunt overgeven door net als Jesaja uit te
roepen: Wee mij, ik ben verloren! En waar je met Petrus kunt
zeggen: Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!
Alleen als je jezelf overgeeft dan wordt je in staat gesteld
om Gods kracht en nabijheid in jezelf te ervaren. Juist die
overgave is voorwaarde voor een echte roeping. Als je met
Maria gelooft dat bij God niets onmogelijk is: zoals bij
voorbeeld een massa vissen vangen op klaarlichte dag, zodat
zelfs de netten dreigen te scheuren.