HET HIER-NA-MAALS BEGINT IN HET HIER-NU-MAALS

Home

Pastor W. Boerkamp O Carm

 

26-Door het jaar-C Luk.16,19-31 +website- www.bewustchristen.nl  -2013-spirituele overweging-w.boerkamp o.carm.-groen

Aan het einde van een katholieke uitvaartsmis. Als de dode wordt uitgedragen uit de kerk, dan wordt de rituele begeleidingszang van In Paradisum gezongen: Moge Gods engelen U naar het paradijs begeleiden. De gestorvene zal daar de martelaren aantreffen, zo zingen alle aanwezigen, en de eertijds zo arme Lazarus, die voor de poort van de rijke lag. Zonder hem is immers de hemelse zaligheid ondenkbaar. Gods engelen hebben hem op hun vleugels tot in Abrahams schoot gedragen en hem in de intiemste en volmaaktste sfeer van God in de hemel gebracht.

De rijke doet denken aan een Egyptisch sprookje: Er was eens een rijk man en iemand die zo arm was als Lazarus. De rijke heeft zichzelf bedekt met koninklijke kleren die keizerlijk aandoen. Daarentegen wordt de arme bekleed met zweren en hij wordt gelikt door de honden. De rijke is schatrijk, terwijl de arme 24 uur per dag voor zijn stoep ligt. Wist hij dat die arme daar lag? Hij had er natuurlijk zelf achter moeten komen. Zijn deur kan alleen van binnenuit geopend worden, net als de ziel, die alleen dan voor God bereikbaar is. Heeft hij misschien wel even stiekem open gedaan en gekeken, maar weigerde hij daarna God te helpen om die arme op te vangen? Bij in- en uitgaan moet hij hem toch gezien hebben zo vlak voor de deur? Of heeft Hij die arme en daarmee zelfs God weggestuurd? Het mooie van dit verhaal is, dat we het niet weten. Het is open gelaten en je mag het zelf met je eigen leven in vullen. Wat zou jij doen? Wat doe ik in feite? Als wij de rijke zijn, zien wij dan de arme om ons heen? In de dood zal alles wel recht getrokken worden, want God is barmhartig, maar dat kan alleen in dit kortstondig aards leven beklonken worden. In dit leven moet je de medemens zien staan en open staan. Jij bent zelf de rijke en de ander is de arme en hij heeft een naam. Je kunt niet zeggen dat je hem niet kent. Jij hebt hier op aarde misschien naam, maar het gaat er om, dat je voor de eeuwigheid naam maakt en dat je door God gekend wordt: dat je naam staan opgetekend in de hemel..

Lazarus(=God helpt) en de rijke man zonder naam. Je kunt het verhaal ook de parabel van de zes broers noemen, die niet te bereiken zijn door God omdat ze zich van Hem afsluiten. Ook die ene rijke broer kan na zijn dood niets meer aan die andere vijf doen, die nog in leven zijn: geen enkele misintentie helpt meer. De rijke ziet Lazarus niet en heeft geen naam. Hij laat zich niet zien en krijgt geen gezicht. Lazarus draagt wel een naam en die betekent: God helpt en redt, mits je leeft volgens de Wet en de Profeten. Het is zelfs de bedoeling dat je God hier op aarde helpt. Lazarus ligt als een klemmende oproep van God voor de poort van de rijke. Hij ligt daar als een vraag uit de hemel om waar te maken dat God helpt.

Ommekeer van het menselijk lot in het hiernamaals. Er gebeurt echt iets in het verhaal tussen God en mens en tussen mensen onderling. Er vindt hier een omkering plaats van het menselijk lot in het hiernamaals. En de poort wordt in het verhaal gaandeweg een absoluut onoverbrugbare kloof. Aan het eind blijkt dat je beter kunt luisteren naar God, dan dat je let op spectaculaire tekens. De rijke wil na zijn dood wel profeet spelen voor eigen broers, maar het is te laat. Lazarus, dat wil zeggen de armen, dat zijn de echte profeten hier op aarde. En die heb je altijd vlak bij de voordeur of om de hoek liggen. En juist die zullen ook op het einde samen met God oordelen over de rijken.

In het sterven is ieder mens gelijk aan de ander. De dood haalt elke mens in, Lazarus evengoed als de rijke. Lazarus krijgt bij zijn dood wat hij miste; de rijke mist nu wat hij bezat. De rijke gaat dood en heeft zijn kans laten liggen. Als hij nu in het hiernamaals wel zijn ogen opslaat voor zichzelf is het te laat. Naar de hel met de rijken, die de armen in hun poort laten verrekken. Laat God mij toch helpen om verkoeling te brengen, zo bidt hij nog. Maar het is te laat. Nu zijn de bordjes verhangen en is hij de bedelaar. De man die elke dag wijn dronk uit grote brede schalen, die krijgt nu geen vingerhoedje water, laat staan een beker koud water. Nu zijn de rollen volkomen omgedraaid. De kloof is met de dood absoluut onoverbrugbaar geworden. Zo hebt U het zelf gewild, zegt God dan, en zo bent u het blijven willen in uw leven. Welnu, zegt God, jou wil geschiedt op aarde zoals nu ook in de hemel. Op aarde was er nog een weg en die is er nu niet meer. Hij is totaal verloren en wil zijn vijf broers nog roepen, maar het is te laat. Je moet God dienen door je over je naaste te ontfermen en dat deed je niet. Vijf boeken van Moses voor vijf mannen, als dat nog niet genoeg is. Dan zullen ze zich ook niet laten gezeggen door iemand die uit de doden opstaat.

Het hier-na-maals begint in het hier-nu-maals De dood maakt alles definitief en de rijke heeft zijn kans op aarde laten schieten. Lazarus lag voortdurend als een profeet voor de rijke aan de poort, maar hij heeft hem niet opgemerkt, omdat deze geen aanzien en geen gestalte had. De arme kan de rijke uit zijn isolement halen, maar die moet het wel willen zien. De rijke wil zelfs na zijn dood de armen nog gebruiken voor zichzelf en voor zijn broers Bovendien kunnen levenden en doden wel degelijk iets voor elkaar betekenen. In ieder geval kunnen levenden hier op aarde iets voor elkaar doen. En zo op die manier God helpen, maar we laten de kans vaak voorbij gaan. Het geloof van een mens is ook niet af te dwingen door een stuntwonder. Zelfs de opwekking van Lazarus uit zijn graf door Jezus maakt weinig indruk. Jezus, die meer was dan een profeet, werd er nog eerder door gevangen genomen. Zijn hele levensloop werd na zijn dood ”Het verhaal van een levende “ genoemd, dat door velen niet werd geloofd: d.w.z. de kloof bleef. Bidden wij dat ons dat niet mag overkomen. Amen. HET HIERNAMAALS BEGINT IN HET HIERNUMAALS

De hemel begint al hier en nu in dit leven Je denkt vaak dat de hemel pas na de dood begint. Als je tenminste nog in de hemel gelooft. Vandaag wordt ons echter pijnlijk duidelijk gemaakt, dat het eeuwig leven niet pas in het hier-na-maals, maar juist in het hier-nu-maals begint (=woord niet in computer) Het leven op aarde is onlosmakelijk verbonden met wat hierna komt. Alles wat wij hier aan goeds doen op deze aarde heeft eeuwigheidswaarde op de harde schijf in de computer van God. En eenmaal na de dood is er niets meer aan te veranderen en valt er een absolute diepe en onoverbrugbare kloof. Het gaat er dus om hoe God nu op aarde aankijkt tegen wat er allemaal gebeurt tussen mensen. Hoe kijkt God er bij voorbeeld tegen aan als een rijke een arme constant voor zijn voordeur laat liggen? Dan help je God niet om er hier op aarde vast een hemel van te maken.

Het gevaar dreigt dat de kloof blijft in de hemel Als rijken alleen maar met rijken willen omgaan en armen alleen met armen, en middenstanders alleen met middenstanders, en autochtonen alleen maar met autochtonen en allochtonen alleen maar met allochtonen als waren het allemaal alleen maar gesloten circuits. Daarbij kun je ook in het groot denken aan de zich globaliserende gesloten economische bolwerken, zoals het rijke Europa en de arme continenten. De groeiende kloof tussen het rijke Noorden en het arme Zuiden, Het rijke Westen en arme Oosten, dat als maar achterop komt.

Het voorlezen van dit verhaal veroorzaakt een pijnlijke stilte Je denk al gauw dat het verhaal zo bekend en vertrouwd is, dat het je niets meer zegt en niets meer oproept. Je wordt er moedeloos van, want luisteren naar profeten dat doen we nog steeds niet. En die grote kloof tussen arm en rijk is ons ook al lang bekend. En die wordt alleen maar groter. Er is sinds de club van Rome begin jaren Zeventig is er alleen maar een schaalvergroting opgetreden. Arme landen liggen immers nog steeds voor de poorten van rijke landen, ondanks dat de Kerk in het Heilig Jubileumjaar 2000 heeft voorgesteld om de schuldenlast van de derde wereld kwijt te schelden. De tweedeling in ons eign land wordt ook als maar meer. En ook een kloof tussen wel en geen computerkennis. Je weet het langzamerhand wel en je weet het maar al te goed. En hoe stiller het wordt na het voorlezen van de tekst, hoe schrijnender de beelden zijn die je op de televisie ziet. Maar er zijn zo nu en dan ook lichtpuntjes. Eindelijk heeft de VN zich nu ontfermd over Soedan. Nu kunnen we het nog doen en God helpen. Na de dood gaapt er voorgoed een wijde kloof. Dat woord voorgoed klinkt zo hard en definitief en dat is het ook. Het is onomkeerbaar en we worden vandaag niet gespaard. Alleen Mozes en de profeten kunnen ons nog helpen. En dat is in feite niemand anders dan de arme zelf. Die heeft een naam Lazarus wat betekent: God helpt. Alleen de arme-met-God kan de rijke-zonder-God nog helpen. In de eerste lezing is dat de Profeet Amos die de rijken aanklaagt.(6,1a.4-7)

Hoe komen zulke kloven eigenlijk tot stand tussen mensen? Wij denken vaak eerst aan die grote wereldwijde kloven, Maar die kloven bestaan ook in onze verhouding van mens tot medemens. Zo zijn er mensen die beslist niet meer met elkaar willen praten. Of die elkaar niet meer willen zien. Of mensen die misschien wel in een huis bij elkaar wonen, maar die eigenlijk geen kontact meer met elkaar willen hebben. Meestal weet je zelf wel waar het aan ligt. Maar je bent zo gehecht aan jouw kijk op de situatie, dat je jezelf nog liever laat pijnigen door allerlei gedachten, die dagelijks door je hoofd malen. Eigenlijk zou je er eens met de ogen van God tegenaan moeten kijken. Dan zie je heel andere perspectieven. Want uiteindelijk worden we beoordeeld op de liefde en of wij de ander het leven hebben mogelijk gemaakt. Bidden wij dat wij de ernstige waarschuwing uit het evangelie van vandaag serieus nemen in ons leven en niet vluchten in schijnzekerheden.

Schijnzekerheden bestrijden door te bidden Ik heb van mensen gehoord, dat ze bij het zien van die beelden uit Amerika van die twin-towers die in elkaar zakten spontaan begonnen te bidden. Met open ogen biddend de confrontatie aangaan met God en het kwaad. Over die diepe kloof heen biddend verbinding zoeken. Daar liggen krachten die wij niet kunnen vermoeden. Altijd en overal op de hele wereld zijn er mensen aan het bidden Doorheen alle vormen van geweld en aanslagen. Zo worden de noden van alle mensen voor God gebracht. Wij kunnen daar aan mee doen. Dat schept wereldwijd een band tegen het kwaad. Zo worden wij opnieuw gehecht in God en verlost van onze schijnzekerheden. In het bidden worden onze ogen geopend voor Gods kijk op de wereld. En Gods kijk is verlossend en bevrijdend anders dan die van mensen. In dat bidden wordt ook aan iedere persoon duidelijk welk antwoord van ieder persoonlijk gevraagd wordt om mee te werken aan het dichten van kloven tussen mensen bij mij in de buurt. Amen