32-Door het Jaar-C
Luk. 20, 27-38
+website- www.bewustchristen.nl -2013-spirituele overweging-w.boerkamp o.carm.-groen
Na zeven maal getrouwd te zijn geweest in dit leven:
Wie van de zeven is dan gelukkige in die andere wereld?
In dit leven trouw je uit levenslust en tegen de
stervensangst.
Je krijgt kinderen om voort te leven en niet te hoeven
sterven.
Dit leven is een voorproefje van die andere wereld in de
hemel,
waar alle grenzen van ruimte, tijd en van personen zijn
weggevallen:
De ongehuwde vanwege het rijk der hemelen in deze wereld
is al een teken van hoe we later in de hemel zullen zijn:
niet meer exclusief van een, geen voortplanting meer nodig.
Dat is het geheim van leven en dood dat bij elkaar hoort.
Is er leven na de dood?
Het Joodse volk waar Jezus uit voortkomt heeft eeuwen lang
geleefd
zonder die vraag naar het hiernamaals uitdrukkelijk te
stellen.
Die gedachte komt gewoon niet bij hen op.
Dat leven na de dood is iets als vanzelfsprekends:
God is er nu, dus is Hij er ook in de dood en in het
hiernamaals.
Onze God is dezelfde als de God van onze voorvaderen
Abraham,
de God van Izaaak en de God van Jacob:
Hij is toch geen God van doden maar van levenden,
want voor Hem zijn alle mensen levend. (Lk.20,38)
Het hiernamaals en het hiernumaals hoort bij elkaar.
Wij hebben dat helaas een beetje uit elkaar getrokken.
Maar wij geloven in de gemeenschap der heiligen,
dat zijn de levenden en doden samen: alle heiligen en alle
zielen.
In het evangelie staat het geloof van een kind model voor
volwassenen
In dat hoofdje van een kind dat drinkt aan de borst van de
moeder
komt die vraag naar morgen ook helemaal niet naar boven.
Zo komt onze ziel tot rust als een kind dat gedronken heeft
aan de borst van de moeder, zegt de psalm (131)
Alles verwachten van God, nu en tot in eeuwigheid.
Wie in het hiernumaals gelooft in God die draagt
het eeuwig leven van het hiernamaals al in zich in dit leven.
Het gaat vandaag over het geheim van leven en dood,
dat bij elkaar hoort: dit leven als voorproefje van de
eeuwigheid.
Elk ogenblik dat wij hier leven heeft te maken met
eeuwigheid:
Het gaat in de godsdienst altijd om de kracht van het nu
en eeuwig gaat voor ogenblik.
Alles wat wij doen of nalaten heeft eeuwigheidswaarde,
ook al hebben mensen daar ook altijd aan getwijfeld met
ongeloof.
Wie van de zeven is later de gelukkige in het zg.
zwagerhuwelijk?
Ook al kun je nog zo vaak bij dezelfde vrouw een nageslacht
verwekken en doen opstaan om het leven door te geven,
in een wereld waar de dood niet meer is,
zal ook geen huwelijk meer (nodig) zijn.
Daar in die andere wereld gaat het er uiteindelijk alleen om
wie er waardig bevonden wordt
deel te krijgen aan de opstanding der doden
en uiteindelijk worden we beoordeeld op de liefde.
Want als Jezus niet van de doden is opgewekt,
dan is ons geloof waardeloos, zegt Paulus (I Kor.15,17)
Er is maar een en dezelfde God van onze voorouders
en van ons zelf en dat is toch geen God van doden.
Wie leeft, die leeft niet als een ijle ziel maar in levende
lijve,
hoe dan ook. In ieder geval: voor God leven ze allemaal.
Wie leeft in het perspectief van God heeft eeuwig leven.
Wie zijn zinnen alleen zet op deze wereld en God buitensluit,
die kan niet anders dan ook het huwelijk binnenwerelds
beleven.
Alleen wie door de eindigheid van deze wereld heen kijkt
en God insluit, kan het huwelijk beleven in het licht van de
eeuwigheid.
In het eeuwig leven telt geen enkele aardse verbintenis meer.
Daar zullen wij zozeer in Gods liefde worden opgenomen,
dat er geen sprake meer is van exclusieve relaties, die
anderen buitensluiten.
De kracht van de goddelijke liefde zal daar alles insluiten
en voorgoed verenigen wat verdeeld is.
Geloof in de verrijzenis en heb vertrouwen in de God van het
leven.
Ervaar dat je leven zin en doel heeft en dat je n al
geborgen bent
in de gunnende liefde van god en voor altijd gekend bent
door Hem.
Daarom is Pasen zo de kern van ons hele (liturgisch) leven:
Wij leven er naar toe, wij leven er uit voort.
Pasen voedt ons geloof voortdurend, het hele jaar door.
Het ondoorgrondelijk geheim van leven uit de dood.
Pas als mensen onvoorbereid de dood in gaan
en onrechtvaardig aan hun eind komen,
dan komt de vraag op naar rechtvaardiging: waar zijn ze nu?
Zoals bij voorbeeld die zeven broers uit de eerste lezing,
die streven voor een goede zaak. (Makkabeeen 7,1-2,9-14)
Aanvankelijk denkt men, dat alleen de rechtvaardigen zullen
verijzen.
Later na de dood van Jezus ziet men in, dat God ook de
zondige mens aanvaardt,
omdat hij een barmhartige God is: geen God van doden maar
van levenden,
want voor Hem zijn alle mensen -ook de doden- levend.
Wij geloven immers ook in de vergeving van de zonden;
de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven.
Als christenen kunnen wij niet leven met het idee,
dat het na de dood allemaal afgelopen is
en dat daarom ook het leven nu geen zin zou hebben.
Christenen ervaren toch volop de zin van hun leven.
Ze hopen zich aan het eind ooit aan het geheim van de dood
te kunnen overgeven, zoals ze zich nu in deze wereld
overgeven aan het geheim van het leven: opstandig leven!
|
|